Debat Deel 5: Van nagelnieuwe concept-stores tot bouwvallige leegstand: waar begint de verantwoordelijkheid van de stad?

 

Welk soort handelszaak mist Tienen?

  • (Unaniem): Speciaalzaken.
  • Marijn Koppert: Ik ben van mening dat je je als bedrijf om de vijf jaar dient te heruitvinden.
  • Joseph Carlo Declercq: De verklaring voor het succes van de Carrefour is ook te vinden in de geschiedenis. De Carrefour is één van de eerste grootwarenhuizen die is opgestart in Tienen en in het begin kregen ze daarvoor best veel weerstand. Iedereen en alles is daar en het grootwarenhuis verkoopt producten die iedereen wil. Voor sommigen is die weerstand er misschien vandaag nog, Carrefour wordt ook betrokken in events in de stad, en daar hebben sommige handelaars moeite mee. Maar men moet de groothandel, en andere ook uitdagingen zoals de e-commerce, niet als een bedreiging maar als een bondgenoot zien.
  • Marijn Koppert: Wij geven daarnaast heel wat mensen in de omgeving ook koopkracht. Ons personeel zijn ook consumenten in de stad.
  • Martine Ponsaerts: Ik mis de typische vis- of groetenwinkel. Deze waren vroeger talrijk aanwezig, maar hier zijn de grote supermarkten wel de vijand.
  • Steven Janssens: Handelaars moeten ook leren creatief om te gaan met die uitdagingen, men moet kijken naar het totaalplaatje, de beleving. Bijvoorbeeld niet enkel vis verkopen, maar tevens het recept leggen en de verdere ingrediënten aanbieden, of met een klein restaurantje voor verse visschotels. Een totaalconcept.

Je moet op zoek naar de latente behoeftes van elke klant.

  • Bart Debbaut: Maar dat is toepasbaar voor alle handelaars. Het komt er op aan van creatief te zijn. Je moet op zoek naar de latente behoeftes van elke klant.
  • Luc Ardies: De detailhandelaars hebben 200 jaar lang hetzelfde gedaan, zo goedkoop mogelijk aankopen en met zoveel mogelijk winst te verkopen. Maar dat is geen concept meer voor de toekomst. Wat kunnen winkels doen om de smartphone-consumenten toch nog warm te maken om een winkel binnen te stappen? We moeten de mensen op de winkelvloer zelf inspireren, een stap verder durven gaan. Ik zag hiervan in het buitenland al veel voorbeelden van hoe retail, horeca en diensten in één concept worden bijeengebracht. Neem het type van concept stores, bijvoorbeeld een restaurant dat overvloeit in een winkelzaak? Dat staat in contrast met de ‘categoriewinkel’. In de toekomst is het verhaal van de eenzijdige zaak voorbij.

In de toekomst is het verhaal van de eenzijdige zaak voorbij.

  • Marijn Koppert: Je moet ook starten met goede ideeën, je moet echt wel iets kunnen. Mensen zoeken nog steeds naar een goede stielman. Iemand die nog specialist is in zijn ambacht. Maar je kan verschillende concepten wel samenbrengen om handel te drijven. Een keukenwinkel kan demo’s geven waarvoor goederen kunnen worden aangeleverd, en vervolgens ook hun infrastructuur ter beschikking stellen van opleidingen om zo ook onderwijs als partner mee te nemen.
  • Steven Janssens: We kunnen misschien nadenken over iemand, los van de politiek, die zich enkel bezighoudt met handelskwesties binnen de stad? Een figuur om het geheel te managen. Wie helpt er beginnende ondernemers met dat netwerk? Iemand die mee bepaalt waar je handelszaak best gevestigd zou zijn, dezelfde visie meedelen …

Wie helpt er beginnende ondernemers met dat netwerk?

  • Bart Debbaut: We zitten hier vanavond inderdaad wel met een luxe. De mensen hier aan tafel zijn namelijk al succesvol, maar hoe breng je dat over naar andere handelszaken?

 

Is er een soort van ‘peterschap’ nodig voor starters?

  • Wim Bergé: De stad begeleidt al economisch en juridisch. Ik weet niet of de stad echt een rol heeft in het uitwerken van handelsconcepten?
  • Steven Janssens: Wat tof was aan mijn ervaring als starter in Hasselt is dat men mij geholpen heeft door mij te informeren over de beste plaats in de stad om mijn concept uit te werken. Vraag aan mensen wat hun visie is. Zorg dat er een aanspreekpersoon is, met zicht op waar de stad in de toekomst naartoe wil. Zo kan je heel bewust groeizones creëren in je stad.

Zorg dat er een aanspreekpersoon is, met zicht op waar de stad in de toekomst naartoe wil.

  • Wim Bergé: Het is dus inderdaad een zware en belangrijke opdracht om een stadsvisie hieromtrent te ontwikkelen. Die zit vandaag verspreidt over verschillende diensten.
  • Joseph Carlo Declercq: Maar Steven, jij hebt wel haar op je tanden. Niet iedereen is even assertief. Mensen moeten ook ondernemend zijn en durven vragen. Dat ontbreekt soms. Daarom kan de stad beginnende mensen wel de hand reiken.
  • Peter Willems: Een zaak opstarten is wel doorgaans altijd moeilijk, niet enkel in Tienen. Bij het opstarten van een zaak zijn de paperassen een worstelmoment. Ik heb mijn pand op de Grote Markt gekozen met mijn hart, op basis van intuïtie en niet in overleg met de stad, en dat is een risico. Maar wat ik heb gehoord van anderen geeft me wel een gerust gevoel. Het is wel jammer dat ik op het stadhuis bitter weinig informatie kon krijgen en het dus allemaal zelf gegoogled heb. Ik heb geluisterd naar de mensen, gehoord wat nodig is. Het wachten op instanties is vaak ook te langdradig.

  • Steven Vanhoegaerden: Ik ben wél naar het stadhuis gegaan met de vraag naar welke locatie ik best zou verhuizen. Ik had een lijstje met eisen voor het nieuwe pand, maar heb geen hulp gekregen. Ik ben zelf informatie moeten gaan vergaren en kende gelukkig de juiste mensen om raad te vragen. Ik had evengoed mijn zaak naar een andere stad kunnen verhuizen.
  • Wim Bergé: Ik denk dat creativiteit in je onderneming nog altijd belangrijker is dan de ligging.
  • Bart Debbaut: Er kan ook iets gedaan worden met het concept ‘leegstand’. Doe zoals ik: ik heb de etalages naast de winkel afgehuurd voor een tentoonstelling waarop ik al veel leuke reacties gekregen heb. Ik heb er redelijk wat geld in gestoken, ik ga er nu wel mijn broek niet aan scheuren, maar de lelijke leegstaande etalage naast mijn winkel is wel ingevuld en het zorgt wel deels voor die extra beleving van klanten. We zouden handelaars moeten kunnen stimuleren om leegstaande etalages in te richten, op te vullen met bv leuke stickers/sjablonen op de ramen. Maar kunnen we uitbaters van leegstaande etalages ook verplichtingen opleggen?
  • Steven Janssens: Daar zou je eigenlijk een must van moeten maken.

Ja, wat met leegstand?

  • Wim Bergé: Juridisch is dat niet evident. We zijn bezig met procedures om dit aan te pakken, maar helaas duurt het lang door de vele procedurele stappen die genomen moeten worden. We kunnen wel nadenken om in de tussentijd de etalages te verhuren voor een kleine prijs. Het is zeker een punt dat we moeten opnemen met de eigenaars van leegstaande panden.
  • Bart Debbaut: Maar we kunnen in afwachting wel eigenaars verplichten etalages niet leeg te laten staan? Alles draait om de beleving door één geheel te creëren tijdens die procedures. Ik hoop dat dat dit jaar nog in orde komt.
  • Wim Bergé: De Kunstroute maakt bijvoorbeeld ook gebruikt van leegstaande panden dit weekend. Je kan kunst in de etalage zetten, of iemand zichtbaar zijn ambacht laten uitoefenen. Ik haal ook graag het voorbeeld van Matexi boven die hun bouwsite ‘verborgen’ heeft met kunst. Dit zouden we meer willen doen, maar we mogen zeker het praktische en financiële aspect niet vergeten.
  • Steven Janssens: Ik ben zeker voor het ter beschikking stellen van ruimtes om extra etalages te creëren, maar wel voor een minnelijke kost. We zouden een brief naar de handelaars kunnen sturen, met de info over de ruimtes die ter beschikking staan en met de vraag naar wie nog ruimte ter beschikking heeft.

De stad moet een facilitator zijn voor creatieve geesten.

  • Luc Ardies: We mogen gewoon niet bang zijn om de ideetjes uit andere steden te halen. Mechelen is op dat gebied goed bezig, men is vrij streng inzake leegstand en er zijn fiscale voordelen voor eigenaars die willen verhuren. Als ik terugkom op de vraag van Steven Janssens over een soort van coachende rol voor nieuwe starters: die dient toch een groot deel van zijn vrije tijd hiervoor ter beschikking te stellen, maar het lijkt mij wel belangrijk dat die ‘ winkelmanager’ iemand is die door gemeente/bestuur wordt aangesteld. Men kan via dit initiatief de kruisbestuiving onder ondernemers faciliteren en men moet durven om experimenten te implementeren. De stad moet een facilitator zijn voor creatieve geesten.
  • Steven Janssens: Een persoon die alle informatie bij elkaar brengt is één zaak, maar wat is de visie van de stad? Die visie moet het beleid vormen en dan kan men de juiste mensen aantrekken.
  • Marijn Koppert: De stad moet ook naar buiten treden met wat ze te bieden heeft. Er is ruimte voor grote infoborden op de ring en aan de invalswegen: Wat is er te doen? Waar kan je jezelf informeren?
  • Bart Debbaut: Zo missen we ook nog een duidelijke globale stadskalender. Er gebeurt zoveel, maar wie doet wat wanneer?

 

Transcriptie: Evy Ceusters, Kim Rutten, Alain Van Den Broecke

Foto’s: Kobe Declerck, Britt Sterckx, Yana Vandeborne