Grimde heeft iets prachtigs weten te bewaren.

De Romaanse kapel O.L.V. ten Steen is ongemeen interessant en Tienen mag er best trots op zijn. En wie konden we daarvoor beter interviewen dan de mensen die er sinds jaar en dag zorg voor dragen? Dat zijn Karin Pieck en Ivan Bruers. Zij wonen ernaast. Dankzij hen is dit mooie monument de hele dag open, want vele kerkmonumenten zijn slechts achter glas te bewonderen of tijdens de erediensten en Open Kerkdagen. Er is ook een confrérie (en Ivan is hiervan uiteraard zelf  lid) en de kerkfabriek die nog financiële ondersteuning geeft. Neen, die confrérie, dat zijn vandaag niet meer de mannen met de barokke pruiken die op het reusachtige kerkschilderij werden geschilderd, wel het gezelschap op de nog niet zo oude foto. Het schilderij werd ooit gerestaureerd maar helaas, die restauratie mislukte. Vandaar het bobbelige reliëf van het canvas.

Ivan: “Deze kapel of deze kleine kerk is gebouwd in Tiense kwartsietsteen en dateert van na 1300. Oorspronkelijk was ze nog kleiner. Ze bestond uit het koor en de zijkapel vooraan. Het torentje is van 1699. Ze werd dus meerdere malen vergroot. Ook omdat de bestemming wijzigde. Ze werd opgedragen aan de heilige Maurus (Die man was een leerling van Benedictus van Nursia en hij voerde de Benedictusregel in in Galië. Hij leefde in de 6° eeuw. Onze streken behoorden toen trouwens tot Galië. De Benedictusregel draait om ‘ora et labora’, nederigheid en zorg voor anderen zonder eigenbelang. Verder verloor de H. Benedictus zich niet teveel in uiterlijke details en religieuze praktijken.).”

“De kapel deed zelfs dienst als leprozerie. De melaatsen werden binnenin verzorgd en kregen er hun laatste heil want melaatsheid was toen nog niet te genezen. Ze woonden er afgezonderd van de gemeenschap om verdere besmetting te vermijden. Meer bepaald woonden ze in houten barakken rond de kapel. Het huis van de heremiet werd er pas later tegenaan gebouwd (rond 1700) en via een gangetje kan je zowel het doxaal, als het veel recentere huis, bezoeken.”

Waarom heet die kerk dan O.L.V. ten Steen? Misschien had het te maken met de verering van Maria of M. Magdalena of met de godinnenverering tijdens de matriarchale Keltische tijd. In elk geval, er werden ooit twee grote megalieten opgegraven en er zou een offerput zijn geweest. In de Romeinse periode werd de heidense cultus gekerstend en werd de godinnenverering knap vervangen door de verering van drie christelijke maagden of Maria Magdalena of Maria. Rond 1800 werd de Maria verering alleszins sterk en dat kon je zien aan de mooie sacramentstorens. Die van deze kapel is helaas verdwenen, maar je ziet nog een hoog prachtexemplaar in de kerk van Zoutleeuw (voor H. Maria, dacht ik) en Zuurbemde (voor H. Catharina). De Maria Magdalenaverering werd helaas sterk afgezwakt want  ze kreeg stilaan te maken met imagoschade. Vrouwen mochten mogelijk niet te machtig worden.

De drie maagden werden nochtans wèl getransformeerd tot christelijke heiligen. Je ziet ze je prachtig afgebeeld in het houtschrijnwerk van de kerk van Hakendover, omdat ze werden verweven in de parabel rond de ontstaansgeschiedenis van die kerk. Zij betaalden de dertien werknemers, maar die dertiende man kwam niet om zijn soldij, omdat het Christus zelf betrof. Daardoor kreeg Hakendover zo zelf de autoriteit om te bepalen waar die kerk zou worden gebouwd. Men was al een paar keer opnieuw begonnen, omdat het door de hogere clerus aanvankelijk niet toegestaan was op die plek en de prille bouwsels werden steeds opnieuw vernield. Maar Christus staat veel hoger in de kerkelijke hiërarchie dan de bisschoppen. Dus vanaf toen durfde men het niet meer. Slimme oplossing, nietwaar voor een probleem met kerkelijke autoriteiten?

Ivan: “Het dertienmaal is vandaag het dertien keer afleggen van de afstand tussen de Salvatorkerk en O.L.V. ten Steen. Ze passeren zo zelfs het cultusveld waar de paardenomloop plaatsvindt op paasmaandag. De processie was bijna uitgestorven, maar sportievelingen namen sinds een paar jaar de draad weer op want het gaat toch om 42 km stevig wandelen terwijl ze de koude moeten trotseren. Karine en ik zorgen dan voor versnaperingen want we staan hier met een kraampje. Zie je dat de kerkomgeving zopas werd heraangelegd?  Oorspronkelijk had het winterdertienmaal echter te maken met de terugkeer van het licht (=het lengen van de dagen) en dat verwijst mogelijk weer naar Keltische cultus die zo netjes geassimileerd werd.”

“De Romeinse weg hebben ze alleszins teruggevonden tijdens een recente proefopgraving in functie van een nieuwe verkaveling ten gunste van de kerkfabriek. Die heirbaan was er inderdaad en hij was nog mooi intact en met stevige fundering en al. Hij zit wel vrij diep. Men vond ook een karrenspoor uit de Keltische tijd (?) en een twintigtal Middeleeuwse munten. Werden ze hier gegooid bij wijze van offering aan de heiligen?”  zo vraagt Ivan zich af. Interessant om weten is dat de Romeinen altijd hun wegen aanlegden daar waar magnetische krachtlijnen liepen en de Kerk  steeds bouwde op kruispunten van zulke krachtlijnen. De Romeinen wilden vooral krachtige legers en trainden hun garnizoen hierop.

“De kroontjes in de zijbeuk voor de H. Maurus zouden mogelijk ook te maken hebben met dat sterke magnetische krachtveld waarop de kapel staat. Ze liggen met opzet op de vloer en worden zo opgeladen.” Je hebt ze zelfs in verschillende maten. Bewezen of niet bewezen, reeds heel wat genezingen vonden plaats. Vandaar de dankbordjes en spulletjes die men er achterlaat. Zelfs recent bereikten zulke verhalen Ivan nog, want hij spreekt met sommige van de bedevaarders en is zelf een welbespraakt en goed geïnformeerde kapelgids. Mogelijk gaat het om zelfheling, maar deze mensen geloven stellig dat H. Maurus hen genas van migraine of hersentumoren. En wie zijn wij om te zeggen dat zij dat niet mogen geloven? De natuur en de menselijke geest zijn alleszins ondoorgrondelijk…

(PS Niet alle info komt van Ivan. Ik raadpleegde ook toeristische panelen, Wikipedia en oude door Ripova heruitgegeven boekjes. Weet wel dat niet alle info éénduidig overeenkomt. Dé waarheid is nog moeilijk te achterhalen.)

Anne-Marijn Somers