De Kringwinkel doet stof opwaaien!

Nog maar net bekomen van de Piso City Run, en het alarm gaat al af om me te wekken voor mijn volgende challenge: op schattenjacht in de Kringwinkel Hageland van Tienen. Voor TienenTroef natuurlijk. Of dat is toch hoe ik het uitleg aan hubbie Sven, die al  ongemakkelijk wordt met de combo Kim en Kringwinkel (klinkt wel de titel van een ‘Suske en Wiske’ album), of enige andere winkel eigenlijk. Ik ben de laatste tijd nochtans, al dan niet gewillig, getraind in abstinence (er wordt met man en macht getracht het kapitalistisch beest in mezelf onder controle te houden). No worries dus. Ik zou aan de verleiding kunnen weerstaan en al die spulletjes, die op hun best zouden blinken in de hoop een nieuwe thuis te krijgen, resoluut voorbij lopen. Enkel een fotootje nemen voor het artikel, prentte ik me in. Al een geluk dat die spulletjes, hoe fel ze ook hun best zouden doen, niet zo tot mij zouden spreken als dat diertjes dat zouden kunnen. Waarbij ik een extra tip aan de lezer wil meegeven: nooit met cash geld een dierenasiel binnenlopen! Al die (letterlijk) puppy oogjes die je smekend aankijken. Veel gevaarlijker. Ik krijg jaarlijks nog wel een bedankbriefje voor mijn gulle gift tijdens die keer dat mijn karakter het begaf. Maar ik wijk maar weer eens af; het artikel dat je vandaag kan lezen, zal gaan over de schatten die ik heb gespot tijdens de opendeurdag van onze kringwinkel in Tienen (zaterdag 21/10/2017).

Ik weet niet of het een algemeen gekend fenomeen is, maar telkens ik mijn tocht naar de kringwinkel start, krijg ik een soort van adrealinerush, vergelijkbaar met mijn toestand aan het vertrek van de Piso City Run. Of enige andere veroveringstocht. Mijn benen trillen deze keer net wat meer dan anders, maar dat schrijf ik wel volledig toe aan mijn loopinspanningen van de avond ervoor en niet aan de extase voor wat ik die dag zou spotten in de kringwinkel. Bij aankomst word ik verwelkomd door een enthousiaste jongeman, die mij een bonnetje overhandigt dat me recht geeft op een stukje cake of een verfrissend sapje. Veel volk in de kringwinkel, en ik zie al meteen een bekend gezicht opduiken. Philippe Boone had samen met zijn vrouw de jacht op spulletjes al gestart, zo te zien aan hun gevulde mandje. En ik merk ook, enigszins gegeneerd, op dat zij totaal geen last lijken te hebben van de avondlijke activiteiten van de dag ervoor. De Piso City Run, die zowat heel mijn vrienden- en kennissenkring in Tienen in de loopschoenen en (soms wat te) strakke outfits gekregen had. De kringwinkel is precies ook getransformeerd in een zone waar een wedstrijd lijkt door te gaan. Geen flashy loopschoenen of fancy loopoutfits deze keer, maar heel wat mensen die vastberaden lijken sneller dan een ander dát unieke stuk in handen te krijgen. Hoewel ik nergens een relletje spot of een gemene opmerking aanhoor. Er lijken ook hier spelregels te tellen. Ik word zelfs voorgelaten aan de kassa! Ja ik weet het, ik ging niets kopen, maar daar kom ik later nog op terug.

Ik merk op dat de trends van de kapitalistische buitenwereld ook binnensijpelen in het sociale opzet van de kringwinkel. Logisch, de ‘afdankertjes’ van het ene universum worden hergebruikt in het andere. Maar vaak niet als kopie, er wordt dikwijls een twist voorzien in het nut of het uitzicht van het stuk. En dat is eigenlijk al een trend op zich, waar marketeers en commerciële instellingen dan opnieuw weer gretig proberen op in te spelen (de vintage revival in de meubelsector met prijzen die soms wel echt de spuigaten uitlopen, tv-programma’s met als thema upcycling, woonprogramma’s- en magazines volgestouwd met minimalistische of vintage interieurs,…). Een nieuwe invulling van de term ‘circulaire economie’? De tijd is in ieder geval gekomen dat een groter wordende (consumentendoel)groep meer en meer begint te beseffen dat de afvalberg genadeloos aangroeit. Of zoals het ‘Kringmagazine’ terecht stelt: “Het dilemma tussen onhoudbare groei en een houdbare wereld. … Mensen leven steeds langer, terwijl onze spullen net het omgekeerde doen.”

Niet iedereen die de weg naar de kringwinkel vindt, doet dat op ‘geitenwollen sokken’.

De kringwinkel is meer dan enkel een sociaal gegeven, er wordt ook ingespeeld op het economische/creatieve/milieuvriendelijke aspect dat mensen triggert. Niet iedereen die de weg naar de kringwinkel vindt, doet dat op ‘geitenwollen sokken’. Er zijn ook mensen die puur bezield zijn door de trends van vandaag of omwille van het feit dat de stukken uit de kringwinkel effectief goedkoper zijn. Net daarom zou ik meer inzetten in het marketeren van de spulletjes in de kringwinkel die een nieuwe thuis zoeken. Wat de potentiële koper ook drijft, het is belangrijk dat de spulletjes een nieuwe eigenaar krijgen en (nog) niet deel worden van die gevreesde afvalberg. En niet iedereen heeft een overvloed aan fantasie om het potentieel van een verwaarloosd stuk meteen te zien, maar kan wel worden geïnspireerd door de juiste omkadering. Of doet dat misschien net teniet aan de (schatten)jager in ieder?

Ik kom terug op de trends die ik hierboven aanhaalde. Ik zie zeer duidelijk een overvloed aan velvet, de trendy term om dat aaibare fluweel aan te duiden. En ik geef toe, ik ben zelf een zeer grote fan. Ik zou zowaar een ode kunnen schrijven over deze stof, die ook niet meer weg te denken is uit de ‘hippe’ interieurs van vandaag. Gezien wij zelf – al enige tijd, dus voor de trend haar intrede deed wil graag denken! – de trotse bezitters zijn (daar is het kapitalisme weer) van een zwartfluwelen zetel, steek ik nu eigenlijk een pluim op eigen hoed. En Sven probeert mijn drang naar fluweel zo goed als mogelijk binnen de perken te houden. Misschien is de stof zo populair omdat het inspeelt op de verlangens die mensen koesteren in onze meer en meer individualistische wereld (ahum). Uiteindelijk snakken we allemaal op één of andere manier naar warmte, naar de geborgen deken van nostalgie (en hang naar het verleden kan geen kwaad in de wereld van interieur, toch?). Maar evenzeer omwille van de classy stijl dat dat de stof instant lijkt uit te stralen, de vervlogen chique jaren ’30 periode, met elegante kleding en fancy cocktails, de Gatsby way.

Ik besef trouwens zeer goed dat mensen mét kinderen nu al doorhebben dat ik zelf nog geen rugrats heb. Het verlangen naar onderhoudsvriendelijke of comfortabele stukken staat inderdaad onderaan de lijst. Mijn lijst dan, niet die van Sven. Velvet komt voor in heel wat kleurtjes, de meest populaire zijn de kleuren zwart, oker, oudroze, groen, grijs en donkerblauw. In de kringwinkel zie ik een smaragdgroene (ik hou van dat woord!) fluwelen zetel, alsook stoelen bekleed met okergeel fluweel. Om de jaren ’30 stijl af te sluiten, geef ik ook even mee dat er een brievenhouder van messing en zwart marmer te vinden is (ergens…) in de kringwinkel voor 3 EUR… . En enkele bij elkaar passende bijzettafels, afgewerkt met dat mooie groen en goud waar ik zo van houd! Ook een robuuste radio, waaruit naast de muzieknoten de nostalgie even luid zal schallen.

Een tweede trend is brocante servies, die trend lijkt nog lang niet overgewaaid te zijn. Het servies wordt vaak op een moderne manier gecombineerd en gemixt met andere stukken tot een hedendaags servies, of op een andere manier gebruikt (bvb. als bloempot). De kleurtjes van het servies spelen daarbij weer een belangrijke rol. Pastelkleurtjes, Delfts blauw, oudroze, gouden randjes en Oriëntale motiefjes uit de koloniale periode doen het nog steeds goed. In de kringwinkel heb ik veel van die kleurtjes en motiefjes gespot, in het bijzonder een volledig servies inclusief etagère in oudroze en Oriëntaalse motiefjes. Een volgende trend is de hype rond bouw- en interieuradvies. Rekken met boeken die bulken van zo’n advies. Mensen zijn toch meer bezig zijn met ecologisch maar vooral betaalbaar wonen (waarvoor velen dus ook naar de kringwinkel trekken). Specifiek aan die hype is de beweging van het downsizen. Met zo weinig mogelijk middelen en oppervlakte zoveel mogelijk ruimtegevoel creëren. Meubels upcyclen, alsook meerdere functies toewijzen, speelt daarbij ook een grote rol. En daarvoor ben je, naast het boekenadvies, ook weer meteen ineens op de juiste plaats!

Als ik trouwens voor de boekenrekken sta, heb ik altijd de grootste moeite om die abstinence te blijven trainen. Zooooveel pareltjes, de honger naar kennis en het besef dat ik te weinig tijd ga hebben om alle insteken te leren kennen. Sven kiest om die reden er alleen maar de klassiekers uit. En ik spot enkele van die klassiekers. Een paar verboden boeken, waaronder De Zwarte Tulp van Alexandre Dumas, Les Liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos, en Gordon van Edith Templeton. Telkens aan 1 EUR het stuk. Verdere klassiekers: Out of Africa van Karen Blixen, Gangreen van Jef Geeraerts, Belladonna van Hugo Claus, Ulysses van James Joyce,… . Om je voor te bereiden op Halloween, kan je de horrorklassieker Rosemary’s Baby van Ira Levin lezen. Voor de jongere garde heb ik een adaptatie van het verhaal van Van Helsing gespot (Het gruwelijke, verloren gewaande, dagboek van dr. Cornelius Van Helsing door Mary-Jane Knight). Verdere interessante boeken (er zullen er vast nog wel meer zijn maar ik had geen uren meer de tijd): de (verfilmde) Millennium Trilogie van Stieg Larsson, De Quincunx van Charles Pallasir (ooit zelf gelezen en een absolute aanrader!), het fotoboek Visually Hungry van fotograaf Rankin (misschien een vreemde cover maar heel wat mooie plaatjes als je het boek doorbladert, en geen goedkoop boekje op de reguliere markt), en een bewerking van Ivanhoe van Sir Walter Scott.

Wie letterlijk en figuurlijk een reisje in de tijd wil maken voor 1 EUR, kan een reisgids van de Vlaamse Automobilistenbond 1960 in huis halen. In de aard van de tv-programmas ‘De Helden van Arnout’, of de treinreizen van Michael Portillo in ‘Great Continental Railway Journeys’, waarbij ook aan de hand van boekjes de geschiedenis wordt herbeleefd. Over geschiedenis gesproken, zijn er nog mensen die mijn fascinatie voor oude (land)kaarten delen? Rep u dan zeker naar de kringwinkel, want er liggen wel enkele leuke boeken met cartografie als thema. Ik zie ook een boek waarbij, toch bijna, mijn naam op de kaft staat geplakt. ‘Kiki’ van Ernest Claes. De bijnaam die mijn collega’s aan mij geven. Dit boekje hoort eigenlijk mee met mij naar huis te gaan, om in de rij te plaatsen van andere boeken die ‘mijn naam’ dragen. ‘Kim’ Van Rudyard Kipling en ’Mik-Mak’ van Frits Reuter, eveneens een bijnaam voor mij. De naam ‘Kim’ is duidelijk niet interessant genoeg, gezien mijn verdere resem aan bijnamen.

Als vierde ‘trend’ zie ik de kookboeken glimmen. Hoewel koken nooit ‘uit de mode’ is geraakt, lijken steeds meer mensen zelf de weg naar het fornuis te hebben gevonden. Wie graag door Gordon Ramsey gekneed wordt, kan een uit de kluiten gewassen kookboek van hem in huis halen. Ik zie kookboeken staan om eten te maken uit alle windhoeken, waaronder Limburg, mijn heimat! En over heimat gesproken: men lijkt zijn nationalistisch gedachtegoed te hebben gedumpt in de kringwinkel. Ik merk heel wat boeken op met ‘Vlaams’ dit, ‘Vlaanderen’ dat,… . Als vijfde trend spot ik nog enkele oude lessenaars uit verschillende periodes, ofschoon deze trend zijn beste tijd ondertussen ook wel heeft gehad. Een laatste trend is het verzamelen van catchy blikken dozen, zoals Philippe Boone ook heeft begrepen als ik de inhoud van zijn mandje vluchtig bekijk. Sorry, gluren is niet deftig, ik weet het! Een trend die – gelukkig – zo passé is, zijn de echte bontjassen. Ik zie dat er heel wat pluisjes zijn terechtgekomen in de kringwinkel, waaronder een jas die Hagrid jaloers zou maken. It’s all yours, Hagrid… .

Ik merk op dat ik onbewust enkele boeken heb meegesleept tijdens mijn tocht doorheen de kringwinkel, alsook de brievenhouder uit marmer en messing… . Loslaten is toch nooit mijn sterkste kant geweest. Ineens sta ik aan de kassa en wordt het nog sneller mijn beurt dan ik dacht, dankzij de vriendelijke dame die me voorlaat. Ik bemerk wel dat ik mijn brievenhoudertje onderweg naar de kassa al ben kwijtgespeeld. Achja, ook maar beter zo… . Dus het komt nog neer op enkele boekjes, nu ja een zevental boekjes. En er breekt weer een gevecht los in mijn hoofd. Op één of andere manier heeft een deel van mezelf het andere deel overtuigd dat ik nog steeds goed bezig ben, gezien ik ‘maar’ zeven boekjes in mijn handen heb, en al zeker niet de brievenhouder of de stoel of het tafeltje of de zetel of,… .  Wat ik onthouden heb van het tripje naar de kringwinkel? Dat ook spulletjes tot je kunnen spreken, en dat ik ergens toch ook diep vanbinnen een koopdrang heb sluimeren. Ik heb nu wat boekjes gekocht (in mijn ogen pareltjes voor een prijsje), en zelfs spijt dat ik er niet meer heb gekocht, en dan ook nog eens uit de kringwinkel (toch al beter dan uit de ‘gewone’ winkel!), dus ik draag bij aan de circulaire economie. Maar was het niet beter geweest die boekjes gewoon te lenen uit de bib? Vermindert dat niet nog meer de afvalberg? En dat het moeilijk is rekening te houden met ‘de afvalberg’, nog een ‘te ver van mijn bed show’.

En waar komt die koopdrang vandaan? Vandaag ‘gelooft’ men denk ik veelal dat ‘het kapitalisme’ de plaats van ‘het geloof’ heeft ingenomen, zonder effectief iets ‘in de plaats’ te geven. Bezigheidstherapie dus. Compensatie. Drang naar bezit. And so on. En net als ik me vooral over dat laatste wat slecht begin te voelen, hoor ik Sven uit de keuken roepen (wanneer ‘Swentibold’ van Clouseau op de radio weerklinkt): MIJN liedje!

Auteur: Kim Rutten

Foto’s: Kim Rutten