TienenTroef achter de schermen van de Kweikersdag. Vandaag: Steven Loyens!

Op donderdag 21 september liep ik Pand10 binnen op zoek naar mijn onderwerp van die dag, en ook wel om de mannen van Studio Brussel aan het werk te zien tijdens het Car Free Festival. Het onderwerp vond ik aan de toog (zoals mij wel vaker voorvalt): gildemeester van de Tiense reuzen, Steven Loyens!

“Jan! Mie! Reuze-va en reuze-moe,

Jan! Mie! Knikt uw kindren vriendlijk toe.

Eisa! Keert u weerom, rommedom!

Jan! Mie! Reuze-va en reuze-moe,

Jan! Mie! Knikt uw kindren vriendlijk toe.

Eisa! Keert u weerom, reuzegom!

Keert u weerom, rommedom! Reuzegom!

…”

Steven, wat is je band met Tienen?

Ik ben geboren in Tienen, maar met mijn ouders uitgeweken naar Hoeleden. In ’99 ben ik dan terug gearriveerd in deze stad. Ik werkte toen in Brussel centrum dus Tienen was ideaal gelegen om naar het werk te treinen. Inmiddels werk ik als veiligheidsassistent in het asielcentrum van de luchthaven, dus blijft Tienen ideaal als uitvalsbasis. Ik ben dan in OpgewekTienen gerold via Philippe Liesenborghs. Ik doe aan couchsurfing, en ik ontmoette Philippe een zevental jaren geleden tijdens een meeting van couchsurfers in Leuven. Mensen van over de hele wereld kunnen via het netwerk bij aangesloten locals overnachten.

De meeste couchsurfers zijn dan op zoek naar de minder toeristische stukken van ons land

 Nu host ik jaarlijks ongeveer een 10 à 15 mensen, soms grote groepen, soms individuen, en van alle leeftijden ook. De meeste couchsurfers zijn dan op zoek naar de minder toeristische stukken van ons land, hoewel ik soms ook mensen uitnodig die het nabije Brussel willen bezoeken maar daar geen host vinden. De algemene opinie van mijn gasten over Tienen is dat het een gezellige stad is, met verrassende plaatsjes zoals de Paterskerk en de cafeetjes op de Veemarkt en Het Zwak Moment. De meeste gasten komen uit de VS of andere Europese landen, maar ik heb ook al gasten uit China, Australië, Brazilië en Zuid-Afrika gehad. Soms ga ik met hen mee op verkenning doorheen Tienen, andere ontdekken onze stad zonder mij maar dan geef ik een kaart mee waarop ik wat leuke plaatsen heb aangeduid, en spreken we een ontmoetingsuur af.

Gezien ik mijn jeugd elders heb doorgebracht, kende ik niet zoveel volk meer in Tienen en leek het mij wel aantrekkelijk om via OpgewekTienen nieuwe mensen in de buurt te leren kennen. De vroegste activiteiten waar ik aan heb bijgedragen waren de stationsconcerten om zo treinreizigers te begroeten (voor de verbouwingen aan de stationsomgeving hun aanvang namen), en verslaggeving (voornamelijk fotografie) tijdens events zoals Suikerrock. Wanneer dan de gilde van de Tiense reuzen werd opgestart, was ik daar onmiddellijk heel actief in.

Tiense reuzen, say what?

Reuzen komen voor in Vlaanderen, Nederland, Frankrijk, en in delen van de VS en Canada. De reuzen zijn dus geen verschijnsel eigen aan Tienen, maar hebben in Tienen wel opnieuw een plaats in het stadsbeeld gekregen. Het ontstaan van de reuzen hangt samen met de religieuze stoeten in onze streken uit de Nieuwe Tijd, de ommegangen, die werden verzorgd door de schuttersgilden. Later kregen deze processies doorgaans een meer werelds karakter en werden ze ingezet voor allerhande festiviteiten. In Tienen deden de reuzen hun opwachting in 1471.

De reuzen zijn gedoopt en officiële inwoners van Tienen, en er is zelfs een Reuzenlied.

Tienen heeft er (nog) vier: grote reuzen Jan en Mie (°1927, genaamd naar vroegere stadsarchivaris Jan Wauters en zijn vrouw Mie, beiden 4m70 groot) en de kinderreuzen Tiske en Nieke (°1956, beiden 1m80 groot). Jan en Mie worden dit jaar dus 90 jaar! De reuzen zijn gedoopt en officiële inwoners van Tienen, en er is zelfs een Reuzenlied. Carnavalsvereniging ‘De ridders van Brunengeruz’ zijn de peters van Tiske en Nieke.

Daarnaast is er ook de draak Oswaldus, speciaal ontworpen door OpgewekTienen (samen met Oswald Kuijken) voor de eerste Kweikersparade en het duizendjarige bestaan van de stadsrechten, en ridder Thuinas te paard. Oswaldus is de grootste draak in Europa (11 meter lang, vier meter hoog), en wordt gedragen door de Bietenclub, de mannelijke Tiense Studentenclub, en vrijwilligers van opgewekTienen. Oswaldus komt niet buiten Tienen en wordt enkel om de vijf jaar, tijdens de Kweikersparade, ingezet. De reuzen worden doorheen het jaar ingezet: tijdens carnaval, op de Kweikersdag (10/10), bij de intrede van de Sint, op vraag van andere steden,… .

Het revival van de Tiense reuzen.

Naar aanleiding van de ‘Nacht van de Geschiedenis’ van het Davidsfonds zes jaar geleden werden de Tiense Reuzen opgesteld aan het Toreke. OpgewekTienen vond dat er meer met de reuzen kon gedaan worden en nam het initiatief om hen te restaureren, en startte samen met de stad en handelaars geldinzamelacties (waarvoor o.a. speciale dank aan de Ronde Tafel Tienen). Op 9 februari 2013 werd dan de Tiense reuzengilde in het leven geroepen: ‘De Getuigen van de Reuzen’. De ‘Reuzengilde van Bolderberg’ is peter van de Tiense reuzengilde. De stad is eigenaar van de reuzen, maar de gilde heeft hen wel in bruikleen. De reuzen hadden oorspronkelijk een ijzeren gestel op wieltjes, maar dat was erg zwaar en bovendien niet erg praktisch. De wieltjes liepen vaak vast op de Grote Markt.

Op 9 februari 2013 werd dan de Tiense reuzengilde in het leven geroepen: ‘De Getuigen van de Reuzen’.

Er werden draagbare constructies uit riet gemaakt voor de lijven van de reuzen, en de kleien hoofden kregen een make-over met PU-schuim. De hoofden wogen voordien 20 à 25 kilo, nu is dat nog 2 à 3 kilo, een heel verschil! Ook de lijven van de reuzen zijn nu meer in shape, de grote reuzen zijn van een 80 kilo afgevallen tot een 60 à 65 kilo (en Mie weegt blijkbaar het meest…) . Tiske en Nieke wegen een 20 à 25 kilo.

Bron: opgewekTienen

 

De dragers van de reuzen, de pijnders, torsen de grote reuzen een 200 à 300 meter en wisselen dan van pijnder. Er loopt ook een vrouwelijke pijnder voor de grote reuzen mee, Joelle Hauglustaine. Meer vrouwelijke pijnders zijn te vinden bij het dragen van Tiske en Nieke, ook kinderen van elf jaar oud (Anouk en Zeb) dragen deze ‘reusjes’. In totaal zijn wij met een een groep van een vijftigtal actieve pijnders, en dan werken er ook nog enkele mensen achter de schermen aan kleding en herstelling. Je moet toch tellen dat er 6 à 7 mensen nodig zijn om de grote reuzen te dragen, en 4 à 5 mensen nodig zijn voor de kleine reuzen. Iedereen kan komen oefenen indien men interesse heeft om een pijnder te worden, voor de grote reuzen krijg je een speciale draagtechniek aangeleerd.

Ondertussen ben je een vaste waarde binnen de gilde van de Tiense reuzen.

Elke vijf jaar wordt een gildemeester (de voorzitter) verkozen. In 2016 ben ik als gildemeester gestart. In 2020 zal de nieuwe verkiezing plaatsvinden. De gildemeester verzorgt de coördinatie en de afspraken met andere reuzengilden voor optredens en dergelijke. Het is niet verboden om mezelf opnieuw verkiesbaar te stellen, maar ik wil graag iemand anders de kans geven de taken van gildemeester op te nemen.

Bron: opgewekTienen

Wat is de rol van de reuzen op de Kweikersdag?

Tijdens de Kweikersdag zal de reuzenstoet (Jan, Mie, Tiske en Nieke) vertrekken van het Suikermuseum aan de Grote Markt en via de Leuvensestraat en de Vierde Lansierslaan naar Pand10 aan het station lopen. Aan Pand10 kunnen mensen verdere info bekomen over de reuzen en zullen de reuzen zelf zich aan een dansje wagen!

Aan Pand10 kunnen mensen verdere info bekomen over de reuzen en zullen de reuzen zelf zich aan een dansje wagen!

Wat heb je als slot nog te vertellen over Tienen?

De stad is niet zo groot en dus makkelijk te overbruggen, iedereen kent iedereen wel als je buitenkomt in Tienen. De mensen mogen wel stoppen met klagen dat er in Tienen niets te doen is, er is eigenlijk heel veel te doen. Durf gewoon eens ergens binnenstappen. Ik ga graag eten in de Tothai, de Gambrinus of restaurant Kopenhagen, of Incognito, iets drinken doe ik graag in Het Zwak Moment of natuurlijk Pand10. Wat ik zou missen als weg zou zijn van Tienen? De ‘tattepoem’ van Ann Koekepan is wel een favoriet van mij geworden 😉.

 

Auteur: Kim Rutten

Foto’s: Yana Vandeborne & opgewekTienen