Wonen in Tienen: de heropleving van de (openbare) ruimte.

Op 28 januari verzamelde TienenTroef 10 experten voor een debat over wonen in Tienen. Vorige keer spraken we over de troeven, het potentieel en de uitdaging van Tienen. Vandaag leggen we hen opnieuw twee vragen voor. Ditmaal over vastgoed kopen en renoveren en de mogelijke ingrepen om de stad opnieuw leefbaar te maken.

3. Waarom is het interessant om een pand in Tienen te kopen of te bouwen?

Vincent Van Den Broecke: Twee redenen: Ten eerste fiscaliteit: vastgoed is nog steeds een goede investering voor een gezin, en ten tweede de Tiense investeringsmarkt is nog betaalbaar. In Leuven hebben zelfs investeerders het moeilijk.

Michel Dewolfs: Er is nog budget voor renovatie. In duurdere steden gaat het volledige budget op aan de aankoop.

Guy Van De Velde: Het is duidelijk geworden in de praktijk dat projecten in Tienen makkelijker zijn dan bijvoorbeeld initiatieven die we nemen in Leuven. De betaalbaarheid van de grond is in Tienen doorslaggevend, samen met haar ligging, je hebt er namelijk alle troeven van een stad.

Michel Dewolfs: In Tienen kan je overal nog het verschil maken, in alle delen borrelen initiatieven. In Leuven bv. ligt de focus nu vooral op de Vaartkom.

Pakhuis Gete
Bron: www.opgewektienen.be, oud pakhuis aan de Gete in Tienen.

Arnout Vandenbossche:  Er gebeurt toch gigantisch veel overal in Leuven… Mechelen is ook een goede referentiestad. Kijk naar Mechelen 10 jaar geleden. Men werkt er met andere budgetten, maar het is begonnen met kleine initiatieven. Zie naar de buurtcharters, die zorgen voor een nieuwe dynamiek en zetten in op de publieke ruimte. (nvdr.: de stad en de omwonenden maken samen een geheel van afspraken inzake het beheer en de ingebruikname van een ruimte). Het kan wel vlug keren, ook voor Tienen omwille van haar ligging en hinterland.

Dirk Masquillier: Een stad wordt niet enkel gered door de betaalbaarheid van een pand. De stad moet niet enkel goedkoop, maar ook leuk en fijn zijn. Met enkel betaalbaarheid creëer je geen geëngageerde burgers. Mensen moeten betrokken zijn, moeten de stad gebruiken en men moet nadenken over hoe de nieuwe bewoners een plek te geven in de dynamiek van de stad.

openlucht cinema lange trappen
Bron: Peter Van Impe (Tienen – Ontwerpend Onderzoekstraject), ‘Maak van Trapstraat openluchtbioscoop’

Tom Roovers: Onze inwoners moeten ook wíllen buitenkomen. Mensen moeten samengebracht worden, niet enkel voor tv laten zitten bij wijze van spreken. We hebben enkele mooie publieke ruimtes maar ze moeten gebruikt worden, wat heb je eraan als een café sluit om 22u? De nieuwe bewoners voelen deze noodzaak.

Vincent Van Den Broecke: De stad dient zich te behoeden voor monofunctionaliteit van gebouwen. Het moet mogelijk zijn om de functies van gebouwen heel snel te wisselen. Men moet bij gebouwen meer denken in termen van de ruimte, dan enkel in termen van wonen. Tienen mag niet de ‘woonstad’ van Leuven worden. Ruimte overstijgt functie. De overheid mag hierin eigenlijk geen restricties voorzien.

Christophe Ombelet: Het nieuwe Anemoonproject is een mooi woonproject, een prachtig domein, maar er is niets in de buurt. Wat missen we op die site? Juiste diensten, de ligging op zich is te ver van het centrum. Op die manier trek je ook geen passanten langs die nieuwe sites. Het lijkt misschien niet aantrekkelijk om er als oudere persoon te wonen, maar je woont in een gemeenschap en je kan gerust aan je buurvrouw vragen om een brood te gaan halen. Die samenhorigheid moet meer meespelen. Een opportuniteit die nog niet benut is, is eveneens het aanbieden van de juiste diensten voor deze bevolkingsgroep, zoals bv een broodautomaat. Het biedt daar dus nog vele kansen en mogelijheden.

Tom Roovers: Men is inderdaad altijd bezig over de kern, maar je mist diensten in de buitengemeentes. Zowel cafés als kruideniers zijn noodzakelijk voor een goed sociaal weefsel.

oase
Bron: Peter Van Impe (Tienen – Ontwerpend Onderzoekstraject) ‘Stadsterrassen in stalen oase van inheemse planten en dieren’

Arnout Vandenbossche: Tienen gaat zeker groeien, alle cijfers wijzen daarop. Het is dus nodig de stadskern te versterken en in de stadskern een uitgebreid gamma van woontypologieën aan te bieden, en dat voor alle lagen van de bevolking, gemengd met ruimtes voor diensten. Leegstand heeft het potentieel dat er ‘ruimte’ is om na te denken over wat die ruimte zou kunnen worden, wat de mogelijkheden zijn . Een coöperatieve aankoop, een mix van functies,… .

Michel Dewolfs: Gezien de historische aanwezigheid in Tienen dienen wij ook te leven met beslissingen die 50 tot 100 jaar geleden zijn genomen. Een aantal diensten zitten vergrendeld in het centrum, de Post, de scholen, ….

4. Heeft Tienen nood aan grondige renovaties of mooie nieuwbouw?

_DSC1402
Bron: Philippe Andof

Vincent Van Den Broecke: Dat moet case per case onderzocht worden, is het gebouw de renovatie waard?

Michel Dewolfs: Er is nog veel ruimte om te werken aan ‘wooninbreiding’: nieuwbouw tussen lintbebouwing op de invalswegen vanuit de deelgemeenten.

Dirk Masquillier: De kwaliteit van veel gebouwen is wel twijfelachtig. De meeste huizen in Tienen zijn nog traditionele verkavelingen van de jaren ’70 en die zijn niet meer afgestemd op onze behoeftes.  De woonkwaliteit moet  gebouw per gebouw en gezin per gezin worden bekeken, niet enkel de aankoop van een pand maar tevens de woonkost is gigantisch. Men moet kijken naar de draagkracht van de mensen. Er moet een gezond evenwicht komen tussen het renoveren en nieuwbouw in die zin dat je bijvoorbeeld een voorgevel laat staan en alles erachter moderniseert. Hierin speelt het bestuur een belangrijke rol.

Tom Roovers: Het is een ‘en-en-verhaal’. Heel wat arbeiderswijken voldoen niet meer aan de hedendaagse wooneisen, hier moeten we eerder denken aan bouwblokwonen. In het centrum moet deze discussie worden opengebroken voor nieuwere woonvormen. De Hertogensite bijvoorbeeld (nvdr. oude Immaculata-site aan de Ooievaarsstraat), daar zal men de doorwaadbaarheid voor voetganger en fietser vergroten. Er is een mix nodig met respect voor historisch patrimonium, met nieuwe functies.

www.graux-baeyens.be
Bron: www.graux-baeyens.be, Renovatie ‘moeilijk hoekpand’ in Gent, House G-S

Arnout Vandenbossche: De stad heeft duidelijk een masterplan voor deze grote projecten. De vraag is hoe je om dient te gaan met verloedering, neem nu bv. de pakhuizen langs de Gete. Vaak zijn oude woningen niet beschermd. Renovatie kan ondersteund worden door het beleid van de stad. Er kan bijvoorbeeld een stadsarchitect worden aangesteld.

Een ander mooi voorbeeld is het aankopen van ‘moeilijke’ panden door de stad. Een stad heeft ‘inspiratiepanden’ nodig. Het stadsbestuur in Gent heeft dat met een aantal hoekpanden gedaan, wat tot mooie resultaten heeft geleid. Dat creëert ook een mooi voorbeeld dat de stadsbewoners kan inspireren. Men kan dus op twee schalen inzetten: stadsprojecten en individuele projecten.

Transcriptie: Evy Ceusters, Kim Rutten, Alain Van Den Broecke

Fotograaf uitgelichte afbeelding: Philippe Andof