Wonen in Tienen: De randgemeenten en het centrum, een kwetsbaar groen evenwicht.

Op 28 januari verzamelde TienenTroef 10 experten voor een debat over wonen in Tienen. Vorige keer spraken we over de de plaats van de auto en het shoppen in de stad. Vandaag buigen we ons weer over enkele vragen gelinkt aan ‘groen’ en openbare ruimtes in de stad.

7. Wat zou jij doen met de gronden van de vroegere luchthaven van Goetsenhoven?

Vincent Van Den Broecke: De vraag is: welke nood is er naar een andere bestemming van dat domein?

Tom Roovers: Dat is niet zo een eenvoudige vraag, een deel is ingekleurd als recreatiedomein, een deel als militair domein. De toewijzing van die gronden is niet zo maar eenduidig.

Tom Raes: Behoud de troeven van Tienen, je moet die lage densiteit bewaken. Dit is een grote open ruimte die kan dienen voor zachte recreatie. Waarom moet een plek altijd ontgonnen worden?

We dienen af te stappen van het idee dat elke ruimte MOET opgevuld/ingevuld worden.

Arnout Vandenbossche: We dienen af te stappen van het idee dat elke ruimte MOET opgevuld/ingevuld worden. Een studie in 2012 heeft aangetoond dat er geen vraag was om iets concreet te doen op deze site. Dit domein is een atypische plek en daarin schuilt de charme, je kan het domein wel beter in een netwerk in schakelen om de beleving van die plaats te vergroten.

Bron: https://twitter.com/hashtag/goetsenhoven, vliegveld Goetsenhoven

Dirk Masquillier: Er is altijd wel iemand met een idee voor de invulling , maar je hebt als gemeente weinig vat op deze locatie. De ideeën komen er precies vanuit een drang om de andere voor te zijn met zijn/haar plannen, waarop de buurt angstig reageert over de invulling en er zo weer niets komt. Dat is dan opnieuw een gemiste kans om je woonomgeving aangenamer te maken.

8. Zijn nieuwe verkavelingen in de Tiense randgemeenten een goed idee?

 Dirk Masquillier: Neen. Er is voldoende studie rond gedaan dat het niet nodig is. Ik ben wel akkoord dat de vele hoeves die je in de randgemeenten vindt, verbouwd kunnen worden tot een nieuwe bestemming: hotel, woonst, …

Tom Roovers: Nieuwe verkavelingen? Neen, indien daarmee wordt bedoeld dat de open ruimte zou worden aangesneden. Maar ik ben wel voorstander van projecten zoals co-housing en herbestemmingen op bestaande sites.

Ik ben wel voorstander van projecten zoals co-housing en herbestemmingen op bestaande sites.

Tom Raes: Eerst moet je de kern verdichten. Een beleid voeren om herbestemmingen makkelijker te vergunnen.

Arnout Vandenbossche: De stadsversterking is dan wel gedaan als men start met verkavelingen in de randgemeenten. Eerst dient de stadskern aantrekkelijk gemaakt worden en dient deze te verdichten. Verkaveling van de buitenrand doodt het centrumleven. Er moet ingezet worden op een aantal strategische punten. De stad mag zich niet door de provincie laten ‘overrulen’.

Tom Roovers: ‘Juicht inwendig :-)’. Het is vergelijkbaar met de industrie, waar men ook met leegstand te maken heeft.

Bron: www.archdaily.com, project '25 Green' in Turijn: 'urban treehouse'
Bron: www.archdaily.com, project ’25 Green’ in Turijn: ‘urban treehouse’

Vincent Van Den Broecke: Je kan de verkaveling van bestaand patrimonium toelaten. Maar als je in het buitengebied gaat herbestemmen volgen uiteraard de vragen: Hoe bereikbaar zijn deze plaatsen en hoe voorzie je deze bewoners van alle diensten? Waar sluiten deze mensen bij aan?

Tom Raes: Je kan projectontwikkelaars binden aan een mobiliteitsplan.

Arnout Vandenbossche: Vergelijk het met hoe De Lijn haar diensten heeft aangepast. Er zijn een heleboel haltes afgeschaft, maar niet zonder de mensen op een andere manier te faciliteren.

9. Is er nood aan meer “groen” in Tienen en zo ja waar?

Tom Roovers: Overal :-). Tienen heeft veel groen en dat moeten we opwaarderen. Het Vianderdomein is al aangepakt, in het Stadspark dient nog verder geïnvesteerd te worden. De doorwaadbaarheid van de stad kan verbeterd worden via het gebruik van groene verbindingen. Wanneer je vraagt aan de mensen wat zij het belangrijkste vinden voor hun woonkwaliteit, dan staat ‘groen’ toch zeer hoog op de lijst.

Tom Raes: Het stadspark is inderdaad een troef, maar het blijft wel onderbenut. Het stratenpatroon biedt hier ook nog veel onbenut potentieel voor de doorgroening van de stad. De Vierde Lansierslaan wordt nu bestempeld als ‘laan’, maar maakt zijn naam nu nog niet waar. Daar komt nog verandering in. Ook het ‘Steentjesplein’ en de ‘Kazerne’ kunnen groene doorwaadbare verbindingen worden.

Bron: Kim Rutten, voorbeeld van groene doorwaadbare zones: High Line New York. Van een oude spoorlijn is een park gemaakt dat uitkijkt over de stad.

Tom Roovers: Alle infrastructuurwerken die in de stad gepland zijn, hebben ‘groen’ opgenomen. Zo zorgen we voor die groene doorwaadbaarheid.

Arnout Vandenbossche: Het binnengebied dient nog toegankelijker gemaakt worden en dat kan nog sterk vergroenen, denk bv. aan de binnenpleinen van scholen. Zo creëer je een  groene alternatieve as doorheen de stad.

Tom Raes: Er zijn enorm versteende gebieden in Tienen, kijk bijvoorbeeld naar de buurt rond de mooie Paterskerk, en dat ondanks de ligging van deze zone vlak langs de Gete. Deze plaatsen moeten aan elkaar gelinkt worden. Waarom niet werken met Geteterrassen? De rivier ligt er, en ze ligt open, dat is al een stap vooruit in vergelijking met andere steden.

Rond het Getegebied zijn enkele ‘missing links’, als je die invult kan je van de Gete een stadselement maken.

Arnout Vandenbossche: Rond het Getegebied zijn enkele ‘missing links’, als je die invult kan je van de Gete een stadselement maken. De Gete ligt nu aan de rand van de stad, deze moet terug geïntegreerd worden. Vele steden moeten hun rivieren open leggen, de Gete ligt al open… .

Tom Roovers: De Gete biedt inderdaad nog veel potentieel. De ontwikkeling hiervan wordt belangrijk.

Arnout Vandenbossche: Het gebied rond de Gete geeft ook een verrassend beeld van Tienen, vol met oude pakhuizen!

De Langste Tafel
Bron: http://www.opgewektienen.be/index.php/dit-was-2016-16061.html/, de langst eettafel langs de Grote Gete in Tienen.

Christophe Ombelet: Ook de stationsomgeving is nog zo een mooie opportuniteit, die je met wat groen heel wat aantrekkelijker kan maken. Het is tenslotte een ingangspoort van de stad. Het project dat daar gerealiseerd zal worden, heeft een grote toegevoegde waarde want het zal die omgeving aantrekkelijker maken en een ander beeld van de stad geven. Die lijn moet dan doorgetrokken worden in de rest van de stad.

Vincent Van Den Broecke: Voor mij is groen in de eerste plaats een kleur, het is heel belangrijk ‘groen’ te definiëren. Het gaat hier niet enkel over bomen en parken, maar ook over gevels, stadstuinen en restpercelen, daktuinen,… .

Bron: https://www.pinterest.com/pin/494973815273958662/, THE LIVING WALL at The Athenaeum.

Moderator: in Parijs zijn er openbare zwemplaatsen in de stadsrivier…

Transcriptie: Evy Ceusters, Kim Rutten, Alain Van Den Broecke

Foto uitgelichte afbeelding: Philippe Andof