21 maart 1919: munitieopslagplaats station Grimde ontploft.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog deed het station van Grimde geregeld dienst als munitieopslagplaats voor het Duitse leger. Na de oorlog, op 21 maart 1919, vond er een grote ramp plaats waarbij 150 treinwagons ontploften.

Na 11 november 1918 vond het Belgische leger 13.000 treinwagons en 1.700 binnenschepen, volgestouwd met achtergelaten wapens en munitie van het Duitse leger. Deze wagons en schepen waren verspreid over het land en vormden een levensgevaarlijke situatie voor de bevolking, vooral door de aanwezigheid van de vele gifgasgranaten.

Zo waren er reeds op 12 november 1918 ontploffingen in het station van Asse (Brabant). In Mollem ontplofte een gifgasgranaat. In totaal vielen er die dag 24 dodelijke slachtoffers en vele zwaargewonden. In het hele land deden zich hoe langer hoe meer explosies voor die soms erg omvangrijk waren. Daarbij vielen tientallen slachtoffers. De vrees voor de ontploffing van een voorraad gifgasgranaten in de nabijheid van woonkernen groeide.

Op 21 maart 1919 gebeurde het onvermijdelijke ook aan het station van Grimde. Bij de enorme explosies ontploften 150 treinwagons (sommige bronnen spreken van 120 of 140 wagons). Het waren 5 treinstellen van 30 wagons, volgestouwd met oorlogsmunitie en achtergelaten door de Duitsers, die tot ontploffing kwamen.

grimde 2

franse melding

Deze bevonden zich op het rangeerterrein ten noordoosten van het vormingsstation. Door de kettingreactie duurden de explosies meerdere uren maar gelukkig vielen er slechts drie dodelijke slachtoffers, allen cavaleristen. Door de luchtverplaatsing werd een wagon 100 meter weggeblazen en overal werden brokstukken, obussen en al dan niet ontplofte gifgasgranaten gevonden, wat het opruimingswerk zeer gevaarlijk maakte.

Die dag was een inspectieploeg in Leopoldsburg waar ook een massa Duitse munitie lag. Ze hoorden het gedonder en vertrokken zo snel mogelijk naar Grimde. Daar aangekomen waren er nog tal van explosies waardoor het onmogelijk was de brandende wagons te benaderen.

Geen enkel huis binnen een straal van 500 meter bleef gespaard. Gelukkig vielen er slechts 3 doden.

In de omtrek van 500 meter werd geen enkel huis gespaard; sommige huizen werden volledig vernield terwijl andere geen dak of vensters meer hadden.  Ook de voormalige, intussen bouwvallige,  Sint-Pieterskerk (de huidige Necropolis) liep zware schade op. Het mag dan ook een mirakel genoemd worden dat er geen dodelijke burgerslachtoffers vielen.  Enkel lichtgekwetsten moesten verzorging krijgen.

grimde 3

Als gevolg van de ontploffingen in Grimde werden hoogdringende parlementaire vragen gesteld aan Minister van Oorlog  Fulgence Masson. Zo was het niet ondenkbaar dat – na een grootschalige explosie – een omvangrijke wolk gifgas bewoond gebied kon bereiken.

Vermits de zomer eraan kwam, nam het risico toe en vreesde men dat een explosie van de omvang zoals in Grimde voor een ware ramp zou kunnen zorgen. In ijltempo werden allerhande middelen bedacht en al dan niet uitgevoerd om de achtergebleven munitiedepots te ontruimen of de inhoud ervan onschadelijk te maken. Gecontroleerde explosies ter plekke waren te gevaarlijk, zeker voor de springladingen die chemische stoffen bevatten. De Fransen en de Engelsen waren reeds begonnen met het storten van munitie op zandbanken of gewoon in zee.

Ook de Belgische regering besloot dat het storten op zee de beste optie was. De keuze viel op de ‘Paardenmarkt’, een zandplaat van twee bij twee kilometer, enkele honderden meter voor de kust van Duinbergen. Vele oude wegen en spoorwegen waren niet meer geschikt om gebruikt te worden voor het transport van deze gevaarlijke munitie en dus werden er meerdere speciaal voor deze transporten heraangelegd.

De munitie werd meestal eerst verzameld op grote, afgelegen verzamel- en vernietigingsplaatsen. Zo waren er in de meeste provincies terreinen uitgekozen die groot genoeg waren om gecontroleerde explosies te organiseren. In Brabant was dat het Meerdaalwoud waar de bezetter een grote vlakte had ontbost. De dagelijkse stortingen van 300 ton gifgas- en andere granaten in zee startten op 22 oktober en eindigden 6 maanden en 36.000 ton later. Hiervoor werden ook Duitse krijgsgevangenen ingeschakeld.

grimde 4

grimde 5

De ‘Paardenmarkt’ is een zandbank in de Noordzee voor de kust van Knokke. In de 19de eeuw liepen schepen op weg naar de Scheldemonding hier regelmatig vast. Daarom werd in 1872 in de duinen bij Knokke een vuurtoren gebouwd. Na de Eerste Wereldoorlog werd op de Paardenmarkt een grote hoeveelheid ongebruikte munitie gedumpt.

zeebrugge

Auteur en plannen : Eric Walravens.

Foto’s: eigen archief E.W. + Google Street View.

Bronnen: A.Callens, J.Vandermeulen, L.Vandeweyer en eigen archief E.W.