Op donderdagochtend krijg ik een bericht: Hey Lisa, zin om een reis te winnen? Iedereen die mij een beetje kent weet dat dit een overbodige vraag is in mijn wereld. Reizen en op vakantie gaan, daar kan je me op alle uren van de nacht voor uit mijn bed halen. Mijn wanderlust – en fernwehhormonen beginnen al onmiddellijk door mijn lijf te gieren. Natuurlijk wil ik een reis winnen, wat is dat nu! Wat moet ik doen?
Blijkbaar had Radio 2 die ochtend een tip uitgedeeld over waar “De Stoel” uit het zomerprogramma “De Stoel” die dag zou staan en als je als eerste erop zit met het gevraagde voorwerp, win je een reis. Nu ben ik zelf geen fervente Radio 2 luisteraar, dus zonder dat bericht had ik waarschijnlijk pas ’s avonds door alle bizarre gebeurtenissen in mijn straat doorgehad wat ik aan het missen was. Die stoel ging ongeveer op 58 meter (bij benadering) van mijn deur staan, in de Paterskerk. De tip liet niet aan zich twijfelen: “Tussen negenen en elven kon je er vroeger bidden, nu tref je er vooral wandelaars en toeristen aan.”
Onmiddellijk begint de
molen van mijn brein te malen. 58 meter van mijn deur…en een voorwerp
meebrengen dat hopelijk ergens in huis ligt. Die reis is van mij! Ik ga die
winnen. Alle voorwaarden zijn in mijn voordeel: ik woon ernaast, ik heb een
huis vol voorwerpen, ik heb sportschoenen, ik ben thuis op dat moment ( die
TienenTroef-meeting zal even moeten wachten). Niets houdt me tegen! Het lijkt
voorbestemd! Shit, wat doe ik aan? Ik wil niet met mijn hoofd op televisie,
maar ik wil wel op reis! Dilemma Dilemma! Maar goed, die jeansshort wordt het
sowieso niet, ik moest maar eens als eerste op die stoel zitten, niet in een
short dan.
Mindset is everything, the winning spirit neemt bezit van me, ik voel het, ware
het niet dat…
Ik rond 19u mijn hoofd buiten de deur stak en mijn anders zo rustige straatje vol geparkeerde auto’s zag staan met mensen wachtend in hun auto. Ok, dacht ik, raar maar kom…de buren zullen een feestje houden misschien.
Rond 19.15 ik een
wandelingetje maakte naar de ingang van de Paterskerk, om mijn sprinttactiek
juist te kunnen incalculeren (neem dat maar met een serieuze korrel zout, ik
kan de keren dat ik gejogd heb in mijn leven op 1 hand tellen) en om te zien
waar ze die stoel juist hebben ingeplant. Damn, al heel wat volk op de been… Ik
wandel terug naar huis en stop bij één van de geparkeerde auto’s. De mensen
zijn net bezig de overvloed aan spullen in hun auto aan het sorteren. Ik durf
toch de gevreesde vraag te stellen: “Hebben jullie echt willekeurig spullen uit
jullie huis genomen en in de auto gestoken?”, probeer ik voorzichtig. Terwijl
ik op het antwoord wacht, dwalen mijn ogen naar de koffer waar ik op het eerste
zicht een tennisraket, een zwemband, een tuinslang, een pollepel, een
skibottine en een koffiezet zie liggen. “Ja”, antwoordt de vrouw, “we hebben
erin gestoken wat ons het meest voor de hand liggend leek.” Ik knik, een lichte
paniek begint zich in me te ontketenen. “Strevers”, denk ik nog even om mezelf,
en ook “Ik ben niet voorbereid”. Ik rep me naar binnen, want ik moet uiteraard
nog douchen als ik met een redelijk aanvaardbaar hoofd op televisie wil
verschijnen. Net voor ik naar binnen ga, kruis ik nog een gezin waarvan de man
een medaille om zijn nek heeft (besef ik later), de dochter een plantenspuit
bij zich draagt en de vrouw een paar rolschaatsen.
Er moet haast een De Stoel -circuit zijn, met geheime facebookgroepen, waar
mensen de kansen inschatten van een bepaald voorwerp, met een moderator en een
jury. Dat kan niet anders.
Ik kies toch een outfit en begin opeens te denken aan de gigaweggooi/opruimactie van 600 kilo huisraad die we een paar weken geleden hebben ondernomen. Wat als het voorwerp dat ik vandaag nodig heb daar bij zat? Dan zal het gaan stuiven hier! Tegen 19.45 sta ik klaar in de living, zelfs met een laagje mascara, lippenstift en met mijn sportschoenen, wachtend op het voorwerp dat ik moet vinden. Voor alle zekerheid heb ik toch al maar een winterjas, een muts en een paar handschoenen uit de winterkast boven gehaald. Mij lijken dat de meest voor de hand liggende voorwerpen op deze warme dag. Al zou de facebookgroep daar waarschijnlijk anders over denken.
De stem zegt: “En het voorwerp dat je vandaag moet meebrengen is een MEDAILLE”. Een medaille, really? Ik denk opeens aan de Pokemoncatchermedaille die mijn dochter op het laatste verjaardagsfeestje heeft gekregen. En ik denk ook aan de vuilniszak waar ik diezelfde medaille een paar weken terug tijdens bovengenoemde opruimactie, achter de rug van mijn dochterlief, heb ingegooid. Verdomme, ik wist het! Ik zoek naarstig verder in huis en ontdek toch nog een zelfgemaakte medaille van mijn kind die nog is overgebleven aan de tekeningenmuur.
Ik trek ze van de muur, en loop zo snel ik kan naar buiten. De voordeur had ik al minuten geleden opengezet.
Nog voor ik de hoek om ben, hoor ik al mensen juichen! Proficiat!!! Mijn geloop wordt gewandel wordt geslenter. Wanneer ik voor de poort van de Paterskerk sta, zie ik hem zitten op de stoel, de man met de medaille op zijn nek die ik daarstraks kruiste. Hoe is het mogelijk…
Ik druip af. Ach, die reis was toch niet voor mij. Een strandvakantie in Turkije stond toch al niet op mijn verlanglijstje, sus ik mezelf. En neen, een ijsje hoef ik ook niet. Ik veeg de lippenstift van mijn mond met de rug van mijn hand en gooi de voordeur achter me dicht.
auteur: Lisa Marie Vrancken
foto: Stad Tienen