Interview met Tiense Wereldvrouw Rasha Al-Assadi.

Bijna 35.000 inwoners delen in Tienen lief en leed met elkaar. Onder hen 2.000 allochtonen, samen meer dan 100 nationaliteiten. Dat diverse Tienen willen we onder de aandacht brengen. Geregeld zullen we de nieuwe Tienenaar opzoeken en aan het woord laten. Vandaag doen we dat met Rasha Al-Assadi (36), Irakese en voorzitter van de Tiense Wereldvrouwen.

Dag Rasha. Laat me met de deur in huis vallen. Hoelang woon je hier al, wat doe je en vanwaar kom je?

Ik kom uit Bagdad en woon vijf en een half jaar in Tienen. Al die tijd werk ik als vrijwilliger bij diverse organisaties, onder andere als tolk. Binnenkort start ik in Leuven als opbouwwerker, mijn eerste betaalde job. Mijn man werkt al geruime tijd als elektricien bij een firma in Lubbeek.

Jullie zijn beiden hoogopgeleid.

We zijn alle twee ingenieurs, afgestudeerd aan de Universiteit van Bagdad.

Missen jullie Irak?

Natuurlijk. Wij missen vooral de zon. In Irak gebruikten wij bijvoorbeeld geen droogkasten. In minder dan een half uur tijd was alles droog in Bagdad (lacht).

Je vond Irak rustiger. Hoe rijm je dat met het feit dat Irak een oorlogsgebied is?

Voor mij is België héél druk. Ik snap de verwarring wel, maar ik heb daar een reden voor. Kijk, hier moet ik voortdurend bijleren, studeren. Ik wil mijn Nederlands verbeteren en ook mijn kinderen kunnen helpen met hun huiswerk. Want zij spreken Nederlands en zijn échte Tienenaars geworden.

Spreken je kinderen Arabisch?

Ze kunnen het, maar spreken het niet meer tegen elkaar. Nederlands is de moedertaal van mijn kinderen. Als ik met hen praat, smijt ik geregeld een Arabische zin in het gesprek en dan zijn we weer mee (lacht). Enkel met mijn oudste houden we nog conversaties in het Arabisch, met de jongste twee in het Nederlands en Arabisch.

Naar welke tv-zenders kijken jullie?

Hier staan de Vlaamse zenders op. Voor de kinderen. Zelf hebben wij hebben geen tijd voor televisie. “Soms kijk ik een halfuurtje of zo naar documentaires op National Geographic of naar BBC, VRT of Al Jazeera”, vult Ahmed aan.

Rare vraag misschien, maar in welke taal dromen jullie?

Ik droom in het Arabisch, mijn man ook. Maar onze kinderen doen dat uitsluitend in het Nederlands.

Ik kan me voorstellen dat de kinderen als het ware als een suikerklontje opgaan in de bevolking?

Maryam (14), de oudste, zat vroeger op het Onze-Lieve-Vrouwecollege en daar waren haar vrienden voornamelijk autochtoon. Nu zitten Maryam, Asmaa (9) en Ali (7) in het Atheneum en is die vriendenkring een pak kleurrijker geworden door de aanwezigheid van ondermeer Servische, Iraakse, Turkse en  Congolese kinderen.

Kan je één groot verschil tussen je situatie in Bagdad en Tienen beschrijven?

Simpel, ik heb hier veel contact met mensen. Meer dan in Irak. Daar zat ik hele dagen thuis. Mijn man had een fabriek in Bagdad en we hadden genoeg geld. Het was dus niet nodig voor mij om buitenshuis te gaan werken. In Tienen daarentegen babbel ik voortdurend met iedereen, precies het omgekeerde van in Bagdad. Ik ben bijna nooit thuis hier. Altijd bezig. Altijd buiten.

Hebben jullie een tip voor de andere nieuwe Tienenaars?

Integreer je! Wees sociaal. En volg wat er gebeurt in je stad. Meng je tussen het volk en doe desnoods mee als vrijwilliger in een organisatie. Da’s de beste manier. Sommige vrouwen in de organisatie waarvan ik voorzitter ben (de ‘Tiense Wereldvrouwen’) willen sporten of koken. Wel, zeg ik dan, doe dat gewoon! En neem die inburgeringscursussen gewoon serieus, die helpen je vooruit. Ik begrijp veel nieuwkomers wel, Nederlands is een moeilijke taal, heel moeilijk. Maar zonder taal red je het niet.

En toch zijn er nieuwkomers die zelfs na jaren bijna geen Nederlands spreken. Hoe komt dat volgens jou?

Simpel. Ze komen niet buiten, zitten hele dagen thuis in hun eigen beperkte wereld. En de weinige contacten die ze dan hebben, zijn binnen de eigen groep. Weet je, het is normaal dat je aanvankelijk bijvoorbeeld Engels spreekt met de mensen hier. Ik deed dat ook. Maar na een aantal maanden leer je woordjes en wordt dat Engels overbodig. Voordeel is dat drempels verdwijnen. Het contact verloopt vlotter omdat je de mensen in hun taal aanspreekt. Weet je, Tienen is niet zo groot en zelfs de burgemeester vraagt nu hoe het met de kinderen is. Hetzelfde geldt voor onze huisarts.

Jullie voelen zich duidelijk goed in Tienen?

Ja, heel goed. Ik heb deze stad niet zelf gekozen. Mijn man was hier al voor mij en ik volgde hem. Mijn familie woont in Antwerpen. Ik kom dikwijls in Antwerpen en dan zie ik het verschil. Tienen is klein maar heeft alles. Je hoeft niet eens buiten de stad te gaan.

Vind je de Tienenaars ook vriendelijk?

Ja, vind ik wel. Natuurlijk kom je ook minder vriendelijke mensen tegen maar dan denk ik dat die mensen nog wat tijd nodig hebben om ons te leren kennen.

Wat is voor jou de sleutel tot integratie?

Open je. Straal zelfvertrouwen uit. Bezoek bijvoorbeeld eens de bibliotheek. Maar mijn ultieme tip komt van mijn kinderen. Zij maken de weg vrij voor hun ouders hier in België. Ik wil van mijn dochter weten wat er in haar schoolboeken staat, wat ze studeert.

Hier kan je de video van het interview terugvinden: Rashall_IMG_3582

Auteur: Diederik Demuynck