Paradise lost Juni 1987

Ik slenter van de Immac naar mijn bushalte aan het Koninklijk Atheneum. Op de Grote Markt gonst het van de bedrijvigheid.  Een man in houthakkershemd brult vanop de kasseien instructies naar een drietal zongebruinde helden in marcellekes. Ze knutselen ijverig aan een reusachtige Meccano constructie.  Wat verderop parkeert een vrouwelijke foorkramer botsauto’s op een lange rij. De oranje gestreepte zeilen van de draaimolen zijn nog gesloten, net als het friet- en smoutebollenkraam.  Mijn verlangen naar vakantie en vrijheid was nooit groter. Ik zucht en stap op de bus naar huis.

Een week later zijn onze examens eindelijk afgelopen.  “Is het OK voor jou als we straks meteen naar de Hammer gaan ?” stel ik voor.  “Misschien is de wachtrij dan nog niet te lang.” Caroline en ik lopen de brede trappen naar de eerste verdieping van de Paradiso op.  Al sinds het eerste middelbaar is dit onze place to be als er wat te vieren valt.

Aan de buitenrand van de zaal staan stoffen bankstellen, met een tafeltje in het midden.  Het zijn net coconnetjes. Koen en Els van ‘t vijfde zitten elkaar hartstochtelijk te zoenen.  Ilse, Sofie en Kathleen zitten midden in een slappe lachbui wanneer de garçon hun milkshakes brengt.  Een ouder koppel keuvelt bij een kop koffie.

Caroline en ik vinden een vrij plekje in de hoek en ploffen neer.  We hoeven de kaart niet eens te bekijken, want we weten precies wat we willen : spaghetti !

In het centrum van de zaal pronken glanzende houten snookertafels.  In het gedimde licht kijken we naar de spelers, die zich behoedzaam rond een snookertafel bewegen, hun keu geconcentreerd krijtend.  Om dan plots halt te houden en met een welgemikte stoot de witte glimmende bal over het groene tapijt te laten tollen.  

Terwijl Caroline me vertelt over de buurjongen op wie ze een ongelooflijke crush heeft, wordt onze cola en ons bord spaghetti geserveerd.  De dunne slierten baden in een goddelijke bolognaisesaus met een torentje goud-gele Emmentaler er bovenop. “Jij ook wat tabasco, Liesbeth ?” vraagt Caroline.  Ze reikt me het flesje aan en ik voeg enkele druppels toe aan de saus. Ik neem een hap hemelse pasta. “Zo zalig !” breng ik uit met halfvolle mond.

De heerlijke tijd in de Paradiso ruilen we een paar uur later in tegen het spektakel van de Tiense kermis.  We vinken een drietal flitsende en adrenaline opwekkende attracties af van onze whishlist : de geweldige Hammer, de zinderende Breakdance en de misselijk makende Lambada.  “Dit wil ik ook wel eens proberen”, zegt Caroline wanneer we voorbij de Cakewalk komen. Het kraam lijkt op een huis met allerlei hindernissen.  

Geen vijf minuten later staan we weer met beide voeten op de grond.  De split van Carolines rokje is tijdens het hindernissenparcours tien centimeter ingescheurd.  Zo kan ze echt niet op de bus terug naar huis. We zijn de verkoopster van de Veritas eeuwig dankbaar voor de reddende veiligheidsspeld.


Auteur: Liesbeth Groven

Foto: www.koeimet.be (bewerking)