TienenTroef achter de schermen van de Kweikersdag. Vandaag: Bart Bekker en Debbie L’Homme!

Beste  Bart en Debbie, wij gaan jullie interviewen in het kader van de Tiense feestdag die voor de deur staat, de ‘Kweikersdag’ zoals ze gedoopt is geweest. Graag hadden we eerst van jullie willen horen wie jullie juist zijn en wat jullie relatie met de stad Tienen juist is.

Debbie: Ik ben Debbie L’Homme, ik ben 27 jaar en ik ben leerkracht in het Atheneum van Tienen, waar ik Nederlands en Engels geef. Ik heb bijna mijn hele leven in Goetsenhoven gewoond, maar ik ben altijd graag naar de stad gekomen. Ik heb eigenlijk nooit begrepen waarom Tienen over het algemeen een slechte reputatie heeft, want ik vind het hier een toffe stad. Vorig jaar ben ik dan verhuisd van Goetsenhoven naar Tienen centrum. Reeds een paar jaar terug heb ik me aangesloten bij opgewekTienen. Philippe (Liesenborghs) heeft me daar toen over aangesproken. Eerst was ik meer achter de schermen aan het helpen. Wat dat betreft schrijf ik bijvoorbeeld ook voor TOK. Stilletjes aan wou ik ook wel een belangrijkere bijdrage leveren  zoals meehelpen in de organisatie van evenementen en er iets in te zeggen hebben, wat ze mij tegenwoordig ook wel laten doen. En op die manier heb ik meer verschillende aspecten van Tienen leren kennen. Tienen is mijn stad en ik ben daar fier op. Ik hoop dat we Tienen allemaal samen fier kunnen maken. Zodat iedereen blij kan zijn om in Tienen te wonen.

Bart: Ik heb vorig jaar nog tegen Philippe gezegd “Die Debbie, zou je die niet wat meer inschakelen voor de organisatie van de Kweikersdag?”. 🙂

Debbie: Leuk, dat wist ik niet. Ja, dat is echt mijn stokpaardje. Zo ben ik dan uiteindelijk ook in de organisatie rond de Kweikersdag opgenomen en dat is helemaal mijn ding. Dit jaar is het de eerste keer dat we de optocht integreren in de Kweikersdag. Dat is toch wel spannend. Dat geeft voldoening om naartoe te werken volgend jaar.

Als we ons niet vergissen werd de eerste Kweikersdag in 2016 gehouden, maar is de parade ontstaan in 2015?

Bart: De grote parade is inderdaad van 2015, maar deze zal slechts om de 5 jaar uitgaan. Hier tussenin zal de Kweikersdag echter wel elk jaar worden gehouden om deze 5 jaar te overbruggen,  en vanaf dit jaar zal er ook een kleinere optocht deel van uitmaken. Eigenlijk was de Kweikersparade eerst een op zichzelf staand groot initiatief, maar als groter concept is dan in een latere fase de Kweikersdag ontstaan, waar de parade dus vanaf nu om de 5 jaar ook onderdeel van zal uitmaken.

Debbie: Vorig jaar hebben we de allereerste Kweikersdag gehouden aan de Sint-Germanuskerk. Dit jaar zal ze doorgaan aan het stationsplein. Daar worden heel veel activiteiten gedaan, workshops gehouden en eten en drinken voorzien. De optocht met de reuzen vertrekt hier, van op de Grote Markt en zal zich via de Leuvensestraat en de Vierde Lansierslaan richting station begeven, waar dan de feestelijke intrede plaatsvindt. Maar we willen dit elk jaar op een andere plek in Tienen doen om die wijk of streek in het daglicht te zetten en ook de geschiedenis erachter.

Bart, we zijn ook benieuwd naar jouw persoon.

Bart: Ik ben Bart Bekker, in Tienen geboren en getogen en een fiere Tienenaar. Ik woon in de stad Tienen, en ik werk ook voor de stad Tienen. Ik ben diensthoofd ‘Toerisme, Erfgoed en Evenementen’. In april volgend jaar zal ik reeds 20 jaar voor de stad werken. Ik heb een lang verleden bij de jeugddienst, waar ik meer bijna 16 jaar gezeten heb. Nu werk ik al meer dan 3,5 jaar op deze dienst. Vanuit mijn stadsdienst werk ik graag mee als partnerorganisatie aan verschillende initiatieven. Ik mag toch zeggen dat ik mee aan de wieg heb gestaan van de Kweikersparade. Ik herinner me nog dat we op het terras van het theatercafé zaten, Philippe en ik. Ik was toen nog maar een half jaar bezig op deze dienst. Ik was een beetje onze visie aan het aftoetsen over “Toerisme en Erfgoed” en ik was onze verschillende erfgoedpartners aan het afgaan en vermeldde toen onder andere de Tiense reuzen. Ik herinner mij dat hij toen het idee naar voren schoof van de Kweikersparade. Hij zei dat ze bezig waren met een nieuwe reus. Dit was dan de befaamde draak waar niemand nog iets van mocht afweten. Ik vond dat een geweldig idee en ik heb direct gezegd “ik doe mee”. We zijn dan samen met een aantal collega’s naar het stadsbestuur gestapt. Het is dus voor een groot deel aan opgewekTienen te danken dat dit oorspronkelijk allemaal op poten werd gezet.

Wij hebben de draak in 2015 helaas gemist, maar er wel over gelezen. Dit zou de grootste draak gebruikt in een parade zijn?

Bart: De grootste gedragen drakenreus van Europa. Een heel spektakel om te zien hoor.

Met het oog op de feestdag zouden we willen weten wat jullie bijdrage of verantwoordelijkheid in de voorbereiding daar naartoe juist inhoudt. Hoe zijn jullie erbij betrokken?

Debbie: Initieel zat ik bij de algemene vergaderingen om de algemene ideeën uit te werken maar ik ben al snel over gegaan naar het coördineren en achter de schermen werken voor de optocht. Zoeken naar de figuranten, de taferelen bepalen, maten voor de kostuums voorzien en alles tot een geheel te krijgen,  dat heb ik vorm gegeven samen met vooral Luc Lambrecht van de dienst Toerisme. Die man is een vat vol kennis en ervaring. Bart en Philippe hebben me ook heel erg goed bijgestaan, aangezien het de eerste keer is dat ik zo’n verantwoordelijkheid draag.

Bart: Achter de Kweikersdag  staat een stuurgroep met verschillende mensen in. Vanuit opgewekTienen zijn dat Debbie en Philippe, vanuit de stad zijn dat ik, Eva die evenementencoördinator is en Luc die we hebben we ingeschakeld om de Kweikersparade te regisseren. Hij heeft in het verleden reeds parades en optochten geregisseerd en heeft hier veel ervaring in. Daarnaast zijn ook de vrijetijdsdiensten, de jeugddienst, het cultuurcentrum, tekenacademie… betrokken. Dat is wel nieuw tegenover vorig jaar: toen kwamen de vrijetijdsdiensten hier en daar meehelpen maar vanaf dit jaar wordt het echt wel meedragen door de vrijetijdssector van de stad, omdat het echt wel de bedoeling is dat we het geheel groter maken en dit ook kunnen blijven doen naar de toekomst toe.

Over groot gesproken: in het programma hadden wij een heel aantal zaken gezien, zoals een circusworkshop?

Bart: Dankzij het cultuurcentrum , dat dit jaar nog beroep kon doen op een bepaalde projectsubsidie van de provincie, konden er een aantal circusacts ingehuurd worden. Daar hebben we dan gebruikt van gemaakt. We binden ons niet vast aan een programma dat elk jaar hetzelfde is. We kijken een beetje naar de locatie die we willen gebruiken en hoe die locatie zich er juist toe leent. Vorig jaar zaten we aan de Sint-Germanustoren en hebben we in de kerk een klank- en lichtspektakel gedaan. Dat was heel tof. Dat circus  nu was ook een opportuniteit en ja dan doen we dat. Volgend jaar zitten we dan weer ergens anders, het kan zijn dat we in een deelgemeente zullen terechtkomen… En afhankelijk daarvan leggen we het programma van dat jaar vast. Eén element zal wel een constante blijven, en dat is die intrede van de reuzen. Ze zal niet altijd van op de Grote Markt vertrekken, want van hier tot in Oplinter zeg maar, dat is een beetje ver. Van de start tot aan de feestlocatie moet je ongeveer een kleine kilometer tellen. En de grote Kweikersparade, die zal dan om de 5 jaar in het centrum worden gehouden.

Debbie: Ik hoop dat ik de komende jaren mezelf vooral met die optocht ga mogen bezighouden omdat ik nu al merk dat ik het meer en meer leer kennen. Je kent de mensen die erop afkomen en je hebt je contacten gelegd. En dan kun je daar een stevige basis mee maken om elk jaar een mooie optocht te kunnen voorzien.

Bart: Ik denk dat hetgene wat we 2 jaar geleden hebben gedaan heel knap was. We zijn daar op een dik jaar doorgegaan, het hele proces van het ontstaan van het idee tot de uitwerking ervan. Je moet die termijn ook wel in de juiste situatie schetsen: we zaten toen in een periode van politieke onbestuurbaarheid, waarin we het een halfjaar zonder officieel stadsbestuur moesten stellen. Er was natuurlijk wel een bestuur voor de dagelijkse werking. Op dat vlak hebben we iets kunnen lanceren waarop het nieuwe bestuur heel fier was. Met beperkte middelen en minimaal budget hebben we iets mooi kunnen doen met heel veel groeimarge. We gaan ervan uit dat het elke editie groter en groter zal worden.

Dat is een mooie prestatie die jullie geleverd hebben.

Bart: We hebben daar heel hard aan gewerkt. De uiteindelijke realisatie, dat was echt een kippenvelmoment voor iedereen. Ik krijg nog altijd kippenvel als ik erover nadenk.

Debbie: Het was zo mooi. Ik denk dat de Kweikersparade echt een mooi voorbeeld is van de samenwerking tussen de stad en een burgerinitiatief.

Bart: We hebben waarschijnlijk wel af en toe gevloekt op elkaar, maar toch was het een mooie samenwerking. Ik herinner mij dat ik – zeker in de dagen van de aanloop naar de parade – Philippe elke dag verschillende keren zag of hoorde en in het weekend ook geregeld aan de telefoon had. Ik was ook van mening: “dit zijn vrijwilligers, om hen te helpen willen we graag zo veel mogelijk tijd vrij maken.” Zelf coördineer ik de Kweikersdag vanuit de stedelijke dienst. ‘Evenementen’ is sinds 2015 een nieuwe bevoegdheid en de Kweikersdag is een nieuw evenement dat werd toegevoegd aan de vele evenementen die wij coördineren. Ik leg ook contacten, bijvoorbeeld met de NMBS, met andere diensten, samen met collega’s. De Kweikersdag is wel iets dat ik graag van dichtbij opvolg, omdat ik mij er persoonlijk bij betrokken voel, zeker wat betreft het element van de parade. Mijn hart ligt daar. Ik vind dat zelf een toffe activiteit om te doen.

Het is inderdaad een heel tof idee om de reuzen een jaarlijkse intrede te laten doen.

Bart: Het is door de voorgeschiedenis met opgewekTienen dat we met de reuzen begonnen zijn. Die hadden toen al snel door dat ze via de reuzen aan identiteit van de stad en gemeenschapsvormend konden  werken. De reuzen zijn daar ideaal voor, die vertegenwoordigen immers de identiteit van de stad. De reuzen stonden hier onder het stof bij de technische dienst. Ze zijn dan Reus Jan beginnen renoveren. De stad heeft een deel betaald, er werd aan crowdfunding  gedaan, snoep verkocht, er was een kinderhoogdag waarop de reuzen het hoogtepunt waren, die stonden toen nog op wieltjes. Die reuzen hebben wel een zekere dynamiek in gang gezet. En toen ik hier op de dienst begon, stond ik er volledig achter om de financiering voor de renovatie van de reuzin Mie op onze schouders te nemen, daar moesten we voor gaan. Zo zijn die 2 reuzen gerenoveerd. De kleine reusjes tenslotte, waren nog in goede staat en zo is het gezin compleet.

De Kweikersdag en de parade zijn al heel mooie initiatieven, maar hebben jullie nog andere ideeën om Tienen meer op de kaart te zetten?

Bart: We zijn bezig met een nieuw bezoekerscentrum te ontwikkelen. Het Suikermuseum is gesloten sinds april 2017 en we zijn nu bezig met de herinrichting, het ontwerp van een nieuw bezoekerscentrum waarbij we willen vertrekken van het erfgoed landbouw en landschap, met suiker als rode draad. We gaan de benedenverdieping helemaal vernieuwen. De bedoeling is dat dit een bezoekerscentrum wordt dat open gaat in september 2018, met een tentoonstellingsruimte op de eerste verdieping. Daar willen we meer wisselende tentoonstellingen gaan doen, over verschillende onderwerpen. Het Suikermuseum heeft meer dan 15 jaar bestaan en was erg vernieuwend in die tijd, maar eenmaal men het gezien had kwam men meestal niet meer terug. Nu willen we daar meer variatie in brengen. Het concept waarrond we gaan werken is iets dat om de 2 à 3 jaar wordt vernieuwd, met als projectnaam ‘Z.O.E.T’. In de tweede fase gaan we ‘het Toreke’ aanpakken, dit staat gepland voor 2020 – 2021. Dat wordt dan een echt stadsmuseum, waarbij de Gallo-Romeinse geschiedenis , die we heel sterk hebben, een belangrijke rol zal spelen. En dan pas is Z.O.E.T compleet. Dan hebben we een nieuwe attractie om Tienen meer op de kaart te zetten.

Debbie: Ik bekijk het vanuit opgewekTienen. Ik bekijk het menselijk en humanistisch, het hele groepsgebeuren. Voor mij zijn Pand 10 en de Kweikersdag de toekomst en ik hoop dat de Kweikersdag ooit dezelfde impact kan hebben van iets zoals bijvoorbeeld Suikerrock, want dat kennen ze overal. Dat mensen echt speciaal daarvoor naar onze stad afzakken, om te zien hoe de stad leeft. Met Pand 10 zitten we momenteel aan het station, maar we kunnen daar niet blijven. Maar we hebben wel heel hard gewerkt om dat interieur aantrekkelijk te maken, om er een ontmoetingsplaats te maken voor iedereen. Dat is zo goed onthaald geweest en ik hoop dat, wanneer we een nieuwe plek hebben,  we daar dezelfde openheid en sfeer gaan kunnen behouden. Dat er ook elk weekend bijeenkomsten kunnen doorgaan en dat mensen ook meer en meer gaan opspringen om er evenementen te organiseren, zoals bijvoorbeeld een dansavond, hoewel Pand 10 daar momenteel misschien niet groot genoeg voor is. 🙂

Bart: Een dansavond met iedereen op één tegel dan? 🙂

Debbie: Op één tegel, ha! J Maar wat ik vooral ook zou willen, is dat Pand 10 voor de mensen een aanspreekpunt vormt om ideeën te realiseren. Een plek die alle potentiële, geëngageerde ideeënmakers aantrekt. Dat het niet enkel van opgewekTienen of de stad komt, maar dat de mensen van alle leeftijden zelf hun stem kunnen laten horen. Goede ideeën kunnen van alle generaties komen. Kleine kinderen hebben soms ook heel goede ideeën. De ouderen hebben ook dingen die ze misschien nog eens zouden willen doen. Uit hun jonge tijd misschien. Ik wil gewoon, ja, dat er mooie dingen kunnen gebeuren, voor iedereen.

Bart: Wat ik wel nog wou toevoegen, en dat is eigenlijk aansluitend bij het eerste deel van het interview: opgewekTienen bestaat nu een kleine 8 jaar. In die tijdspanne kon je merken dat er zich op vlak van burgerinitiatieven een  evolutie voordeed in de stad die zich langzaamaan heeft ontwikkeld en dan, op het moment van de Kweikersparade, dan is dat eigenlijk zo’n beetje… ontploft, bij wijze van spreken. En ik merk dat dat wel een keerpunt is geweest in de mentaliteit in Tienen. Dat was de eerste keer dat zo’n activiteit werd gehouden waar geen enkele negatieve reactie op kwam. Maar echt geen enkele.

Debbie: Ooh, ik krijg daar echt kippenvel van he. 🙂

Bart: En toen was daar ook ineens een nieuw bestuur, en ja, dat bestuur moest dan ook een nieuw beleidsplan schrijven. En thema’s zoals burgerparticipatie, burgerinitiatieven, gemeenschapsvorming… stonden daarbij met stip op één. En de keren dat er is verwezen naar de Kweikersparade als mooi voorbeeld, ja  die kan ik niet tellen. Ik merk dus ook dat de stad, of beter gezegd, het beleid daar heel hard op heeft gefocust, en heeft gezegd “kijk, daar willen we heel hard voor gaan”. De stad heeft dan ook veel kansen gecreëerd, onder meer het belevingstraject van De Tien, waaruit dan onder andere ook TienenTroef is ontstaan, te ondersteunen. Ik wil het geheel nu ook niet zitten romantiseren, het is niet allemáál dankzij de Kweikersparade, maar het heeft wel een aantal dingen in gang gezet waar we nu nog de vruchten van aan het plukken zijn. Eigenlijk is dat een tendens die zich de laatste jaren in veel steden afspeelt: dat soort burgerinitiatieven die de kop opsteken en dat heeft wel sommige mensen tot dit belangrijke besef doen komen: “we kunnen wel dingen verwezenlijken als we maar willen”. Je moet elkaar natuurlijk wel kunnen vinden. De stad biedt heel veel mogelijkheden. Het is niet altijd even goed geweten waar die zich juist bevinden of welke kansen er zijn, maar praat met ons, denk ik dan. Kom ons aanspreken, en dan praten we met elkaar. Dan vinden we het wel. Dan vinden we wel kansen om dingen op poten te zetten. Eigenlijk hebben we het als stad liever dat mensen initiatieven nemen. Wij zullen dan wel aanvullen waar we merken dat er zaken tekort komen, maar hoe meer initiatieven de mensen nemen, hoe meer er een gevoel van fierheid, van identiteit bij de burgers zal beginnen ontstaan. Het is niet dat wij als stad niets willen doen he, verre van. Want we doen daarnaast nog wel heel veel, maar het is de combinatie van de twee partijen waar het hem om draait.

Wat mist Tienen nog volgens jullie?

Debbie: Wat mist Tienen nog volgens ons…? Ik vind… goh ja, mag ik zo fel op het beleid…

Bart: Zeg maar.

Debbie: Ja, ok, ik ga het gewoon zeggen… Vroeger, werd het hier als “star” gezien, het beleid in Tienen. En “het stad” werd zo negatief bekeken. Nu denken mensen nog vaak dat het zo is, terwijl er eigenlijk al veel veranderd is, en terwijl er nu veel meer openheid is. Dat mist er nu in Tienen, denk ik. Het stadsbestuur en het beleid zijn veel opener geworden, maar de mensen zouden dat eens moeten inzien. Bij sommigen – de jongere generatie en dertigers, de generatie  met jonge kinderen – vind ik dat het  ondertussen al goed gegroeid is, zij zien dat er veranderingen op til zijn. Maar bij de oudere generatie, daar ontbreekt nog een beetje het besef dat er nu andere dingen aan het gebeuren zijn en dat er nu andere focussen worden gelegd, en dat er wél communicatie en openheid kan bestaan.

Bart: Het kan nog beter he, er is nog veel werk. Maar ik denk dat er heel veel stappen in de goede richting zijn gezet zijn met onder andere die parade.

En wat mist Tienen volgens jou, Bart?

Bart: Ja, we mogen nog meer fier zijn op onze stad he. Het is niet altijd kommer en kwel. Kan het beter? Ja, het kan beter, en ja, er zijn werken op de vesten, en ja, het gaat niet altijd even vlot op de ring… Maar je zou eens moeten weten van waar we komen en waar we mee bezig zijn en waar we naartoe aan het gaan zijn.

Debbie: Veel steden hebben een patriottisch gevoel. Die fierheid ontbreekt een beetje in Tienen.

Bart: Een Tienenaar heeft dat ergens óók wel hoor. Ik heb dat dan gemerkt op de Kweikersparade, dat zit daar wel in hoor! En dan komt dat naar boven. En vanaf nu is het de bedoeling dat we dat regelmatig naar boven krijgen. Dit proberen we onder andere te realiseren door middel van de vlaggenactie op de Kweikersdag: dat mensen kunnen tonen dat ze fier zijn op de stad door de blauw/witte vlag aan de gevel van hun woonst omhoog te hangen.

Debbie: Ja, die fierheid, dat is echt wat we willen zien.

En dan het vuur blijven aanwakkeren?

Bart: We hebben nog heel veel ideeën om dat te ontplooien op langere termijn. We dachten ook al in de richting van een buurtstrijd of iets dergelijks… Waarbij verschillende buurten wedstrijden tegen elkaar kunnen voeren. Dat idee zo’n beetje.

Debbie: Initieel wilden we nu al zoiets doen, maar dat was niet haalbaar.

Bart: Maar we gaan op termijn wel wat nieuwe zaken implementeren. Winnaars van de buurtstrijd zouden dan bijvoorbeeld kunnen meelopen in de parade. Er zijn heel veel initiatieven en heel wat ideeën om op termijn die Kweikersdag en die Kweikersparade  langzaam maar zeker groter en groter en meer ingevuld te laten worden.

Debbie: Het doel is dat de verschillende buurten zich betrokken voelen.

Bart: Want nu hebben we eigenlijk de parade zelf samengesteld in het thema 1000 jaar stadsrechten en aan de hand van een aantal participatieprojecten. Maar op termijn is het de bedoeling dat het begin en het einde van die parade vastliggen en alles wat daar dan tussen komt, zouden we eigenlijk willen laten invullen door de burgers zelf. Dat is het idee op termijn. We hebben nu een voorzet gegeven om te zeggen wat het kan zijn, en we willen dat niveau minstens handhaven. Er zou enorm veel werk in kruipen om elk jaar die parade te organiseren, en het zou ook niet aanslaan. We kunnen iets sensationeel neerzetten door om de 5 jaar de draak buiten te laten. Het feit dat de draak 5 jaar binnen blijft, dat schept spanning, en verwachting…

Dat wordt dan echt iets waar de mensen naar kunnen uitkijken.

Bart: Ja, inderdaad. Je moet het gezien hebben, en anders ga je 5 jaar moeten wachten. Dat is het idee erachter: “Als je er deze keer niet bij was, spijtig”.

Het Ros Beiaard komt ook maar om de zoveel jaar buiten he.

Bart: Het is zeker een inspiratie. Zo is de Reuzenommegang ‘Katuit’ van Dendermonde ook een beetje de inspiratie geweest om nu elk jaar de feestelijke intrede met de reuzen te doen. Dat gezegd zijnde, we willen zelf geen exacte kopie vormen van Dendermonde en de tradities van daar, verre van, maar we zijn daar geweest en we hebben gesproken met die organisatoren en dat heeft ons vooral op het idee gebracht om die Kweikersdag meer te linken aan die parade. Want dat was vorig jaar nog niet echt duidelijk. De reuzen waren er toen wel, maar er was geen optocht zoals dit jaar. Zoals het nu is, hebben we een mooie link van de kleine optocht naar de grote parade.

Zou je ons tot slot nog even willen vertellen wat je Tiense “guilty pleasure” is, Bart?

Bart: Dat vind ik een leuke vraag. Snuisteren tussen de CD’s van de Kringwinkel. Af en toe vind ik dat gewoon tof om naar daar te gaan en dan eens tussen de CD’s te kijken.  En dan vind ik af en toe wel pareltjes, voor geen geld eigenlijk.

Debbie, wij zijn heel benieuwd naar jouw favoriete shops in Tienen.

Debbie: Goh, nu je het zegt, ik kom af en toe wel eens in de Streekshop! Ik kom daar graag bier halen. Ik ben vooral fan van dat Hoplinter bier, sinds ik het in Pand 10 heb kunnen proeven. De Climax met zijn volle smaak is nog altijd mijn favoriet.

Hebben jullie ook een favoriet restaurant in Tienen?

Debbie : Spijshuis Dieu.

Bart: Ja, dat is bij mij ook zo.

Debbie: En de ToThai. Die is zeker ook niet slecht.

Bart: Dat is zo mijn smaak niet.

Debbie: Ok ja, smaken verschillen he. 🙂

Bart: Dat is waar. 🙂 Gelukkig maar!

Tot de nieuwere zaken behoren onder andere The Gatsby en Melchior.

Debbie: Daar ben ik nog niet geweest.

Bart: Ik ook niet. Maar ze staan op mijn lijstje. Nu ja, het is te zeggen, ik ben in The Gatsby geweest omdat het één van de locaties was van de Open Monumentendag. Het zijn super sympathieke mensen en het is een héél mooie locatie. Ja, ik ben daar echt wel gesoigneerd geweest die dag.

Debbie: En waar ik ook wel graag kom, is de Buurtkantine. Die nieuwe zaak die sinds de zomer in de Leuvensestraat is opengegaan.

Bart: Ik ken eigenares Lisa-Marie. Wij vragen haar vaak om de catering te verzorgen op onze evenementen, voor de artiesten en ja, voor onszelf ook. Ze hebben daar ook heel lekkere slaatjes.

Debbie: Ja, het zit daar ook altijd stampvol. Ze is in het weekend niet open, en in de week tot vier uur, maar ze doet dat ook heel bewust omwille van haar kinderen, haar gezinsleven.  Ik vind dat wel een mooi verhaal. En het is er echt gezellig. Eén van de vele nieuwe initiatieven die er in de laatste één of twee jaar zijn bijgekomen in Tienen, zo’n nieuwe zaken kunnen we alleen maar aanmoedigen.

Bart en Debbie, bedankt voor dit gesprek.

Auteur: Steven Van Engeland en Stephanie Van der Wilt

Fotograaf: Stephanie Van der Wilt