Word een Tiense Ninja!

Daniel Camu is al 30 jaar gepassioneerd door oosterse krijgskunsten en deelt zijn kennis en kunde elke dinsdagavond met zijn leerlingen.

Sinds september van dit jaar telt Tienen een nieuwe sportclub, of eerder een krijgskunst: Mahoutsukai Tengu Dôjô Tienen, of waar de oude ninja’s weer tot leven komen.

Vijf jaar geleden leerde Daniel Camu zijn lieftallige vrouw Sylvie kennen en hij volgde zijn hart en Sylvie naar Tienen. Hij gaf reeds enkele jaren les in ninjutsu in Mechelen maar koos er uiteindelijk voor om een dôjô in Tienen op te starten. Een dôjô is een gemeenschap, een familie bijna. Door de dôjô in zijn nieuwe thuisstad op te richten kan Daniel dichter bij zijn leerlingen staan.

Maar laten we even vergeten wat we denken te weten over de ninja’s. Het zijn in ieder geval geen aan pizza verslaafde schildpadden en het is ook niet de American Ninja uit de jaren ’80.

We zetten 10 weetjes op een rijtje.

  1. Ninjutsu is geen gevechtssport maar een krijgskunst.

Ninjutsu is de krijgskunst die beoefend werd door de ninja.

Het is moeilijk te vergelijken met gevechtssporten omdat het allesomvattend is: je hebt zowel gewapende als ongewapende technieken, je hebt worpen en klemmen, je hebt stoten en trappen. Het is echt een allround krijgskunst. Veel krijgskunsten zijn gevechtssporten geworden omdat ze de nadruk leggen op wedstrijden. Wedstrijden bestaan niet in de krijgskunst. Moesten er ninjutsu wedstrijden zijn, het zou er niet schoon aan toe gaan.

  1. Ninja’s, koelbloedige moordenaars?

De vroegere ninja – in Japan beter gekend als ‘shinobi’ – kwam voort uit de bevolking die zich verzette tegen de krijgsheer (‘daimyô’) en zijn samoerai die hun land probeerden in te palmen, of de plaatselijke dochters ontvoerden om als geisha te gebruiken. Dorpen die zich hiertegen verzetten, gebruikten een soort van guerrillatactieken. Hieruit ontstond ninjutsu. Het gaat dus niet enkel om krijgskunst, het draait ook om tactiek en strategie.

  1. Je doet het niet, je bent het.

Als je een tijdje bezig bent met ninjutsu, ga je merken dat je dingen in je dagelijkse routine gaat veranderen die je lichaam en je gezondheid ten goede komen.

Wanneer je een gevechtssport beoefent, trek je een paar keer per week je ‘werkkledij’ aan, je doet je ding, je kleedt je terug om, je gaat naar huis en meestal vergeet je wat je geleerd hebt.

Dit is niet het geval met een krijgskunst: al ben je niet aan het trainen, je denkt er wel aan: denken aan een techniek is ook trainen. Hoe ga je die techniek aanpassen of hoe kun je die anders doen? Dit is ook trainen.

Ook de geschiedenis kun je gaan bestuderen. Er zijn tal van legenden en sagen over de ninja’s gekend.

  1. Blue is the new black.

Volgens de meeste mensen zijn ninja’s in het zwart geklede huurmoordenaars. Dit klopt niet.

Ninja’s droegen zelden zwart omdat zwart tijdens de volle maan zeer zichtbaar is. De mythe van de zwarte kleur komt eigenlijk van het Japanse Noh theater waar de ‘kuroko’ (toneelknecht) zo min mogelijk moest opvallen tijdens het plaatsen van de rekwisieten.

Zwart werd enkel gedragen tijdens nachten zonder maan. Bij volle maan droegen ze een donkerblauwe outfit.

Een ander misverstand is het ninjamasker. Ook dit is een fabeltje.

  1. De ultieme survivalkit.

De meest logische reden om krijgskunst te gaan beoefenen is meestal zelfverdediging. Het hoofddoel van ninjutsu is echter overleven. En daarmee wordt niet alleen de fysieke strijd bedoeld, maar ook de mentale gewaarwording. Het voelen aankomen van gevaar.

Je moet in alle omstandigheden kunnen overleven. Vandaar dat ninjutsu ook wordt toegepast door bijvoorbeeld de CIA, FBI, Navy Seals enz.

  1. 00 Ninja.

Uit onderzoek is gebleken dat sommige ninja’s ook samoerai waren. Zij oefenden als het ware een dubbel beroep uit: samoerai by day, ninja by night.

Een van de bekendste ninja’s is Hattori Hanzô. Voor de Quentin Tarantino-fans: dit is de zwaardenmaker uit Kill Bill, die in het echt echter helemaal geen zwaardenmaker was maar de rechterhand van daimyô Tokugawa IeyasuI en bekend stond als een meester met de speer en een tactisch expert maar niet als een zwaardenmaker, zoals in de film. Vandaag kun je zijn aanwezigheid nog zichtbaar merken in Tokyô: zo heb je de Hanzômon poort aan het keizerlijk paleis en de Hanzômon metrolijn.

“De meest logische reden om krijgskunst te gaan beoefenen is meestal zelfverdediging. Het hoofddoel van ninjutsu is echter overleven.”

  1. Iedereen doet mee.

Ninjutsu kan beoefend worden door jong en oud, mannen en vrouwen. Het is echt voor iedereen. Kinderen leren spelenderwijs rollen, zo leren ze hoe ze moeten vallen.

Ook mensen met een beperking kunnen meetrainen.

  1. En de vrouwen?

Vrouwelijke ninja’s, of ‘kunoichi’, speelden een belangrijke rol. Zij infiltreerden in vijandelijke groepen als huishoudelijke hulp en luisterden op die manier gesprekken af. Of ze gebruikten hun charmes om informatie los te weken.

Mochizuki Chiyome, een vrouw van nobele afkomst met ninja-roots, creëerde zo in de 16de eeuw een netwerk van een 100-tal vrouwelijke spionnen.

  1. Gevoel voor tijd.

In de tijd van de ninja’s bestonden er nog geen uurwerken. Daar hadden ninja’s echter een oplossing voor: kattenogen. De pupillen van een kat veranderen naargelang het tijdstip van de dag, zo slaagden ninja’s erin om te schatten hoe laat het was.

  1. Het begint met een groet.

Elke training begint met een klein gebed, een dankwoord, een kleine opening om de voorvaders te danken. En de zin Shikin Haramitsu Daikômyô: “Alles wat op je pad komt, heb je nodig om je doel, totale verlichting, te bereiken.”

Dit gebeurt voor de ‘kamidana’ en komt uit het shintoïsme. Dit is een Japanse religie waarbij de ‘kami’ worden aanbeden, de natuurlijke goden. Zo staat rijst voor de teelt, zout voor de aarde, water voor het ontstaan van de dingen en sake, hoe kan het ook anders, voor vreugde en gezelschap.

Wat maakt Daniel’s Mahoutsukai Tengu Dôjô zo bijzonder? Daniel probeert de sfeer van de Japanse dôjô te evenaren: je traint serieus, maar niet militaristisch. Communicatie met je trainingspartner is essentieel omdat je van elkaar leert. Er moet een zekere ontspanning zijn, want je komt om bij te leren, niet om je te laten inmaken. Samenhorigheid is daarom belangrijk in de club, iedereen moet zich op zijn gemak voelen in de dôjô.

Nu je wat meer weet over ninjutsu, wil je misschien de ninja in jou wakker maken?

De trainingen van Mahoutsukai Tengu Dôjô gaan elke dinsdag door vanaf 20.30 uur in de omnisportzaal op het Houtemveld in Tienen.

Auteur: Jessie Persoons

Foto’s: Sylvie Uyttebroek

Meer info: https://www.facebook.com/MahoutsukaiTenguDojoTienen