Atelier X: Tiense stadsbouw van de toekomst.

ATELIER X is een collectief bestaande uit drie Tiense creatievelingen, die via uitwisseling met elkaar, via hun medium en door interactie met anderen naar hun leefomgeving kijken. De bezielers zijn de architect Peter Van Impe, architectuurfotograaf Steven Massart en kunstenares An Roovers. Drie persoonlijkheden die op creatieve en inhoudelijke wijze samenvloeien in een onderzoek rond de stedelijke (grond)vesten van Tienen, dat zich geuit heeft in de vorm van een grote maquette van de stad, die zij zullen tentoonstellen op de 16e editie van de Architectuurbiënnale in Venetië van 26 mei tot 25 november. Met dit opvallend Belgisch project, dat de titel ‘Bringing Earth to a Sinking Island’ draagt, is het hun bedoeling  om Tienen te verbeelden en zowel letterlijk als figuurlijk naar Venetië te brengen. Wij hielden een dubbelinterview met An en Peter van Atelier X.

Atelier X – Bringing Earth to a Sinking Island

Atelier X brengt Stad Tienen letterlijk en figuurlijk naar Venetië ! Op 17 en 18 maart kan je het project ontdekken tijdens ons grote Kick-Off weekend in het Oud College Tienen tussen 13u30 en 17u30! Iedereen is ook van harte welkom op zaterdagavond vanaf 20u.Voor dit mooie project zijn we op zoek naar ambassadeurs. Wil je het project steunen (dat kan al vanaf 125€ !) en woon je in Tienen? Breng volgend weekend een zakje / beker grond mee naar het college. Deze grond verwerken we in de maquette die in Venetië te zien zal zijn van eind mei tot eind november. Meer info : www.atelierx.be / Atelier X – Kick-off / Uitreiking MASTER QEP !We mogen nu al rekenen op de steun van TMS Industrial Services / Vandersanden / Tienen / EIZO / Alu2+ / Elsima / Gilicon / Multiobus / De Bosbeek / Van Eycken Metal Construction / Tiense Suiker – Sucres de Tirlemont / GVE IMMOBILIEN / ABCommunication / Selectair – Check In For The World !!Van mei tot november in Venetië !Music licensed at Triple Scoop Music

Geplaatst door Atelier X op Zaterdag 10 maart 2018

TT: Dag An en Peter, eerst hadden wij graag geweten welke link er bestaat tussen Tienen en jullie persoonlijk verleden.

An: Ik ben geboren en getogen Tienenaar. Ik ben hier opgegroeid, heb hier mijn hele jeugd doorgemaakt. Ja, dat is kort gezegd mijn link.

Peter: Zelf ben ik een inwijkeling van Tienen. Ik ben wel van de regio: afkomstig van Lubbeek. Maar  eigenlijk heb ik overal een beetje gewoond, verspreid over Europa. Toen ik hier negen jaar geleden in Tienen aankwam, heb ik An leren kennen op een tentoonstelling in Vissenaken. En daar is eigenlijk ons verhaal zo’n beetje begonnen, want in dezelfde periode heb ik ook Steven leren kennen, die er als één van mijn eerste Tiense kennissen voor gezorgd heeft dat ik geïntroduceerd werd aan de stad.

TT: Met jullie drieën vormen jullie een samenwerkingscollectief genaamd ‘Atelier X’. Hoe zijn jullie tot die samenwerking gekomen? Hoe is Atelier X juist ontstaan?

An: (Tot Peter) Dat kun jij het beste uitleggen, he?

Peter: Het is zo dat ons kantoor (Peter werkt zelf ook bij het architectenbureau AST77 – nvdr) in eerste instantie van één van de organisatoren van de Biënnale de vraag had gekregen of wij interesse hadden om met ons kantoor tentoon te stellen. Maar wij hadden  op dat moment eigenlijk niet echt de ambitie om een project “pur sang” daar te gaan presenteren. De laatste tijd is één van de voornaamste doelstellingen van ons bureau in feite om te onderzoeken hoe we lokale producten terug kunnen gaan opwaarderen. Met dat streefdoel voor ogen en de Biënnale in het achterhoofd ben ik beginnen nadenken, en heb ik vrijwel meteen naar An en Steven, die vanwege zijn Europese Master in Architectuurfotografie ook een uitnodiging had gekregen,  gebeld om hen uit te nodigen om er eens over samen te zitten en te brainstormen. Elk vanuit onze eigen professionele achtergrond – An als keramiste en kunstenares, Steven als fotograaf en stadsartiest en ik als architect – hebben wij geprobeerd na te denken over stedenbouw in Tienen.

An had toen reeds een interessante realisatie op haar naam staan, een stedenbouwkundig plan gemaakt uit klei dat ook tentoongesteld werd in Museum M in Leuven. En Steven, die was al een tijdje richting de architectuurfotografie aan het kijken.  Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in het concept ‘Bringing Earth to a Sinking Island’. De samenwerking tussen ons, die daardoor is ontstaan, deed bij ons alle drie het gevoel groeien dat ons geheel de som der delen oversteeg, waardoor we het project niet door onze eigen namen wilden laten dragen, maar door de noemer van een collectief: Atelier X. Een VZW in oprichting waarvan we hopen dat we er gaandeweg nog meer mensen bij kunnen betrekken. Zonder strikt uitgetekend einddoel maar wel vanuit een duidelijke ethiek: het belichten van het belang van de ambacht, van onze eigen grondstoffen en van de eigen grondvesten van de stad, en om deze elementen op een optimale manier aan te wenden voor stedenbouw naar de toekomst toe.

TT: Je hebt het daarnet al even vernoemd: ‘Bringing Earth to a Sinking Island’, dat is het project waar jullie nu mee bezig zijn. Het centrale element hier is de maquette van de stad die An gemaakt heeft, volledig uit klei van Tiense grond. Wat hopen jullie met de presentatie van deze maquette in Venetië te bereiken? Welk specifiek doel hebben jullie hierbij voor ogen?

Peter: Ik denk het bewust maken van elke stad die onze regio heeft. In onze contreien is er gebouwd op een heel rijke, vruchtbare grond. Die is nu volgebouwd, volledig verkaveld… En de vraag is nu of we dat op één of andere manier terug kunnen openbreken. Die tentoonstelling in Venetië kan een startschot daartoe zijn.  Zo kunnen we kenbaar maken welke soorten grondstoffen wij in de stad hebben en dat het ook om een uniek stadsplan gaat: daar bestaat geen kopie van, omdat het organisch gegroeid is. En dat willen we in de context van het verleden, het heden en de toekomst proberen te bekijken. Probeer het niet te zien als een masterplan of als een utopisch beeld, maar wel als een zoektocht, die vertrekt vanuit de vraagstelling “waar willen wij als bewoners en gebruikers van de stad, de stad naartoe brengen?”

Het is dus een gegeven waar wij, als stedelijke gemeenschap, samen over zouden moeten nadenken. We willen mensen er dus bij betrekken. We beseffen dat Venetië niet meteen bij de deur is en dat het niet voor iedereen evident is om tot daar te komen. Daarom dat we, op het einde van het jaar, hier in het Oud College opnieuw een expositie zullen houden. Die zal niet alleen een herhaling van de tentoonstelling in Venetië worden, ook het gehele onderzoek dat eraan verbonden is zal uit de doeken gedaan worden. Dit weekend is het onze kickoff en die is eigenlijk nog maar een introductie van onze visie. Binnen een jaar hopen we daarop te kunnen terugkijken met meer expertise, met meer mensen, die elk een waardevolle bijdrage kunnen leveren tot de oplossing van het vraagstuk “hoe zal het toekomstbeeld van onze stedelijke samenleving eruit zien?” Ik denk dat dat ons voornaamste doel is.

TT: An, kun jij ons misschien nog wat meer uitleg geven over de maquette zelf?

An: De maquette is eigenlijk het fysieke gedeelte van ‘Bringing Earth to a Sinking Island’, in die zin dat we de stad Tienen echt in fysieke vorm tot in Venetië willen brengen. Ze bestaat uit een vereenvoudigde plattegrond van de stad Tienen, opgebouwd uit kleibekers waarbij ieder volume een bouwblok van de stad voorstelt. De maquette die je daar ziet is nog maar een proefopstelling. Bij de uiteindelijke maquette zullen er in totaal 52 bekers gebruikt worden die verwijzen naar de wijken en stedelijke functies. Dit doen we door het gebruik van verschillende materialen die in de stad zijn gevonden – zoals aarde, hout, zand etc. – en die als grondstof te laten dienen voor deze bekers. Zo is het ook logisch dat we alles herleid hebben tot het element ‘aarde’.

Tienen is echt een stad met een rijke grond, een stad van aarde. Vandaar ook de naam van het project. We brengen de stad van aarde naar Venetië, de stad van het water. En zo proberen we een dialoog te creëren tussen de twee natuurelementen. Aarde is ook datgene wat ons, Atelier X, heeft samengebracht. Zo heb je Peter, die heel veel nadenkt over de oude technieken: zo zie je daar aangestampte aarde die hij tot vaste materie herleidt, waar je makkelijk muren mee kunt bouwen. En ik, ik gebruik aarde sowieso veel in mijn werk. Ik ben keramist, en klei is iets wat mij fascineert. De Tiense grond is zeer rijk aan allerlei soorten klei. Dat zie je ook aan het verleden: Tienen heeft enorm veel pottenbakkers gehad, heeft enorm veel kareelovens gehad… Dit was een duidelijke indicatie voor ons dat we niet ver moesten gaan zoeken: de beste klei bevond zich gewoon recht onder onze voeten. En omdat er zoveel diversiteit aanwezig is in de grond, willen we eigenlijk elk bouwblok van de maquette ook uniek maken. In die zin willen we eigenlijk proberen van heel Tienen erbij te betrekken, want uiteindelijk willen we niet dat het project wordt gezien als iets dat alleen van ons drieën is, wij zijn maar de starters.  

We nodigen mensen daarom ook uit om ambassadeur te worden van je eigen bouwblok. Hoe dan juist? Verzamel een beetje grond uit je tuin, buurt… En breng dit naar ons. Deze grond zal dan worden verwerkt in jouw bouwblok. En eens de maquette terug is uit Venetië zal je dit bouwblok ook mogen houden. We hopen elk bouwblok zo zijn eigen peter of meter te geven, een eigen gezicht te geven… Zodat je eigenlijk een kleurenpalet krijgt van de stad. En zo zie je dat we ons project naast een fysiek, ook een inhoudelijk aspect willen geven: het gaat niet alleen puur om de klei. Achter elk bouwblok schuilt zoveel meer: de eigen mensen, de eigen gezichten, de gevoelens en sfeer die eraan vasthangen…

Peter: Ik denk dat dat het belangrijkste is: dat we die ambassadeurs als een soort… verteller zien die verhaalt over de stad. Over het bouwblok. Niet over het publiek domein, maar over het privatief domein. En dat hij of zij de verhalen vertelt… Wat er gebeurt, in zijn of haar bouwblok.  Zodat we niet alleen, bij wijze van spreken, het beeld van een gevel krijgen, en dat we nooit in aanraking komen met datgene wat erachter schuilt. Dát is hetgeen wat we proberen naar boven te brengen… Wat jullie met TienenTroef eigenlijk ook doen, op jullie eigen manier.

TT: Jullie kijken als collectief met een kritisch oog naar de stedelijke samenleving en jullie spreken over een transitie die de stad Tienen kan doormaken naar de toekomst toe. Hebben jullie daar echt al een concreet beeld van, hoe het eindresultaat zou kunnen zijn? Of is dat nog een beetje een zoektocht?

Peter: Dat is een zoektocht, maar de transitie is nu in ieder geval wel bezig. Want we zien hoe er in Vlaanderen wordt gezegd dat Tienen een voorbeeld is van hoe burgerparticipatie kan ontstaan.  En dat is de transitie. Het besef dat het niet een lokaal verhaal is: het is eigenlijk een lokaal verhaal dat bovenlokaal speelt. Wat houdt dat dan juist in? In feite betekent het dat we het facet ‘burger’ opeens op de tafel hebben liggen om mee in de denkoefening op te nemen. Kijk maar naar de evolutie van het begrip “stad”: in het verleden was Tienen een “provinciestad” of een “culturele stad”. Op een zeker moment is dat naar een “industriestad” gegaan: in 1835, doordat er een spoorlijn is doorgekomen die een verbinding vormde tussen Brussel en Luik. Vervolgens zijn we geëvolueerd naar een “economische stad”, waar de economie heel sterk aanwezig was. Op elke hoek van de straat was er economie: handel, pottenbakkerijen… Dit is dan omgeschakeld naar een “socio-economische stad”, waar het sociale heel belangrijk was en samen met het economische de grote steunpilaren vormden: de evenementen werden georganiseerd en gesponsord door handelaars…

Op dit moment voelen we dat dat aan kracht inboet, doordat eigenlijk die noodzaak om lokaal handel te drijven afgenomen is: er wordt ook minder naar gevraagd. En hier zien we de omslag: we gaan naar een nieuw type stad, wat wij de “socio-ecologische stad” noemen, waar het sociale ondersteuning zal zijn van het ecologische en het delen  en niet meer van het claimen. Het claimen in eigen naam van een logo, of van een VZW, dat is er niet meer, dat wordt stilaan verleden tijd. We zien nu iets anders naar boven komen, wat je bijvoorbeeld ziet bij de werking van OpgewekTienen, maar ook bij andere burgergroeperingen: we gaan meer en meer als collectief opereren. Dus niet onder een naam “An Roovers – Keramiek” of “Steven Massart – Fotografie” of “Peter van Impe – Architectenbureau AST77”, daar gaat het niet om. Het gaat hem erover dat we moeten gaan beseffen dat we het concept “samen” in een andere context moeten zien. En… dat startschot is gegeven. En we hebben dat eigenlijk zien passeren zonder dat we ons daar bewust van zijn. De transitie is dus eigenlijk al ingezet. Ze is al een feit.

TT: Wij hebben als afsluiter nog een vraag rond een eigen bedenking die wij hadden: Jullie gaan naar Venetië, de “waterstad” zeg maar, met een maquette gemaakt uit grond, om te trachten een dialoog te laten ontstaan tussen water en aarde. Als we aan “water” denken in de context van Tienen, dan denken wij natuurlijk aan de rivier van Tienen: de Tiense Gete. Is de Gete in jullie visie een element dat onderdeel zou kunnen uitmaken van het toekomstbeeld van de stad?

An: Ja, dat zou super zijn he.

Peter: Dat is ook zo he. Wij gaan bouwblokken bekijken waar de Gete door gaat. En we gaan nadenken over manieren om die bouwblokken opnieuw voeling te doen krijgen met de oorspronkelijke reden waarom ze daar liggen. Een voeling  die nu compleet weg is doordat er op sommige plaatsen een muur is gebouwd van 3 – 4 meter hoog. Eén van de aanzetten daartoe zal het stadsforum zijn dat hier op 4 mei in de kapel doorgaat, met Parklife… water in de stad. Dat gaat wel niet van ons uit, maar we gaan dat zeker wel ondersteunen met ons onderzoek. We gaan sprekers uitnodigen die komen praten over hoe een stad kan omgaan met water. In allerlei soorten facetten. En ons onderzoek sluit daar naadloos bij aan, gezien wij ook veel gebruik maken van water.

An: Klei heeft water nodig om zich te kunnen vormen.

Peter: En die transitie is nodig. Water bewijst voor ons niet zozeer zijn waarde als grondstof, maar eerder als tussenstof. Water op zich brengt geen proces tot stand, maar het bestaande proces heeft wel water nodig om de omslag te kunnen maken. Water is dus essentieel in heel ons verhaal. Want als wij geen water hadden, dan stopt hier het collectief. Ook dat van de stad.

TT: Dus in jullie ideaalbeeld zou de Tiense Gete wel degelijk in een soort van symbiose kunnen werken met de stad?

Peter: Zelfs het regenwater! Spannend he? De trailer die je daar ziet gaat over een zoektocht om over het bouwblok ter hoogte van ’t Schip en de vesten na te denken. Een denkoefening dus. Maar zo zijn er tientallen.

TT: Heel interessant allemaal. Bedankt voor het gesprek, en wij wensen jullie veel succes met jullie presentatie in Venetië en met jullie collectief Atelier X.

Peter: Wij nodigen iedereen graag uit.

An: Wij zitten hier op de eerste verdieping en de deur staat open voor iedereen.

(Meer info over Atelier X, over het project ‘Bringing Earth to a Sinking Island’ en de mogelijkheden om het project te steunen of ambassadeur te worden vind je op www.atelierx.be of via mail naar project@atelierx.be)

 

Auteur: Steven Van Engeland en Stephanie Van Der Wilt

Foto’s: Steven Van Engeland, Stephanie Van Der Wilt, Alain Van Den Broecke