Hoogdag van zwarte vlinders

Wie deuren opent, krijgt goden op bezoek. Zou dat een wijsheid kunnen zijn die ik mezelf ooit heb
wijsgemaakt? Onverwacht verwacht overval ik mezelf vandaag weer met mijn eigen goedgelovigheid.
Je auto staat voor de deur, de zonnekleppen van je kinderen grijnzen me boosaardig aan. Zou je het
haar vandaag vertellen? Of morgen?

De deurbel bromt in de gang. Voor ik de deur open, werp ik een vluchtige blik in de spiegel. Was dit
de vrouw die nooit meer de deur zou openen? Die wachtend vervaagde tot een schaduw van
zichzelf?

Ik draai de sleutel in het slot, en voel bij het openen van de deur de geur van de vertrouwde
volmaakte gestalte binnenstromen. Mijn handen trillen, bedwing jezelf, bedwing je.

Die blik. Verwrongen tranen je ogen de pijn over je wangen, branden ze in je baard als een toorts van
verdriet en machteloosheid. Mijn armen om je nek. We snikken samen in lange, stille halen.

Je ogen stamelen me alles in zwart-wit, de woorden zuigen alle kleur uit de lucht tussen ons weg.
Mijn vingers zoeken de weg naar je mond, ik zoem zacht de klanken weg. De hete tranen dampen na
van je gezicht, je blik zoekt naar antwoorden in de mijne.

Ik wil je… oh god… wat wil ik je…
Eén met je zijn, je warme mond op de mijne voelen, je zachte tong in een wervelende streling met de
mijne, je passie hard tegen me aan voelen, je zachte hete huid tegen de mijne…

Onze monden vinden elkaar snel, we zoenen passioneel. Je drukt me warm en stevig tegen je aan,
alsof je me nooit meer los zal laten. Die sterke armen rond me… ik verdwijn in een andere wereld, die
van jou en mij alleen.

Je streelt mijn lichaam, terwijl ik me tegen je aan vlei. Ik voel je hete adem langs mijn nek strijken en
een siddering gaat door me heen. Op mijn tenen staand, kus ik je nek, je oor, je ogen, je neus, je
wang.. Tot onze monden zich opnieuw voor elkaar openen en we ons laven aan onze liefdeskus.

Je naakte huid tegen de mijne… je handen dwalend over mijn lichaam, fluister ik zacht: schat, ik wil
je… ik wil van jou zijn.. nu.

Ik voel de reactie op mijn woorden hard tegen me aan en terwijl je me diep in de ogen kijkt, verdwijn
je langzaam in me. De extase… onbeschrijflijk.

Zonder één enkele beweging te maken, genieten we van dit gevoel van eenheid.
We horen bij elkaar, zijn van elkaar.. de puzzelstukken vallen op zijn plaats.

Langzaam en zachtjes beweeg je in me. Als reactie klem ik mezelf in een inwendige omhelzing rond
je.

Nog steeds in elkaar ogen kijkend, versnellen we het tempo. De passie is onmetelijk. Het vuur van
onze liefde, zo hevig.

Samen bereiken we een explosie van hartstocht, weg van deze wereld; alleen wij in onze eigen
cocon. We zijn samen, precies zoals het hoort.

Je trekt me naar je toe, laat me schuilen in je armen. Ik rust in je schoot, hoofd in je nek en fluister je
toe: ik hou van je mijn lieve man. Altijd, met of zonder haar, de kinderen, het huis.

Want welke omhelzing zal ooit zoeter smaken?

Myrddhyn