Kortfilm 1: Silke Dumont & OKAN

Tienen, a small city with a big heart

‘Iedereen thuis in Tienen’ is één van de prioritaire doelstellingen van het stadsbestuur. Met het project ‘Tienen, a small city with a big heart’ tonen de Academie Regio Tienen en de stad dat iedereen zich in Tienen thuis kan voelen. In enkele kortfilms getuigen inwoners met een migratieachtergrond hoe zij het leven in Tienen ervaren.

Kortfilm 1: OKAN-toneel

Wie ben jij? Vanwaar kom je? Waar droom je van? Dit jaar koos het OKAN-toneel geen thema voor hun toneelstuk, maar lieten ze 29 leerlingen uit de OKAN-klas (onthaalklas anderstalige nieuwkomers) van PISO Tienen hun eigen identiteit in vraag stellen. Om hen daarbij te ondersteunen, deden ze beroep op regisseur Stefan Perceval en zijn Gezelschap ‘Het Gevolg’.

Stefan: “Deze mensen zijn super kwetsbaar, het zijn jongeren die dikwijls alleen onderweg zijn, trauma’s hebben en hun familie missen. Onze werkwijze is heel eenvoudig: we stellen heel veel vragen. Uit al die vragen en door die fantasie te prikkelen, komen beelden. Beelden die ze zelf samenstellen. Het is van hen. Ik ben maar de coach, die er uiteindelijk gelicht en geluid bij brengt en hen motiveert om die puzzel samen te brengen en in hun eigen verhaal te geloven.”

Tijdens de schooluren krijgen de leerlingen gewoon les van OKAN-leerkracht Silke Dumont. Al is dat niet zomaar ‘gewoon’: zij doet meer dan eenvoudigweg ‘lesgeven’. Het idee om de kunst van toneel te gebruiken als onderdeel van een succesvolle integratie, ontstond enkele jaren geleden.

Silke, hoe ben je ooit als lerares voor de OKAN-klas in PISO Tienen belandt?

Ik was 21 en net afgestudeerd als leraar Nederlands. Eigenlijk wist ik helemaal niet welke richting ik uit wilde en of ik uiteindelijk wel voor de klas wilde staan. Mijn vriendinnen zochten meteen werk en dus, na een mislukte poging van enkele maanden om nog verder te studeren, besloot ik het onderwijs ook maar eens een kans te geven. Bovendien ging mijn vriend ook al werken en dus wilde ik ook graag op eigen benen kunnen staan, zodat we snel konden gaan samenwonen.

Hoe stond je tegenover het idee dat je zou lesgeven voor een klas vol anderstalige leerlingen, ieder met hun eigen achtergrond?

Werken voor OKAN was dus helemaal geen doordachte keuze. Ik zat toevallig net achter mijn computer toen ik een e-mail kreeg van de provincie Vlaams-Brabant met een openstaande vacature voor leraar OKAN-Nederlands. Ik reageerde meteen en kon dus ook meteen beginnen. Ik was eerlijk gezegd nog te jong en besefte niet echt waaraan ik begon. Al snel verloor ik mijn hart en wist ik dat ik liever geen les meer zou geven in het regulier. Ik ben trouw gebleven aan de school en vooral aan OKAN. Ik werk er nu 6 schooljaren.

Welke uitdagingen komen daarbij kijken ten opzichte van het ‘reguliere’ onderwijs?

Werken als leraar in OKAN is teamwork. Je hebt nooit het gevoel dat je er alleen voor staat, maar je stopt wel enorm veel tijd in overleggen met je collega’s, ook na de uren ga je door. We staan in ons team vaak samen voor de klas (bijv. de lessen expressie die dienen om onze theatervoorstelling te maken) en werken samen veel projectdagen en uitstappen uit. Wekelijks vergaderen we 4 uur bovenop onze lessenrooster: we bespreken er praktische zaken, maar ook de kinderen worden er elke week besproken. Daarnaast is ons systeem zo uitgewerkt, dat elke leerling een individueel traject volgt en je als leraar erg moet differentiëren. Eigenlijk krijgt elk kind in je klas dus apart onderwijs. De opdrachten die ik geef worden aangepast aan niveau, tempo… Zo is elk kind in mijn klas soms aan iets anders bezig.

De taal is natuurlijk ook een uitdaging, maar zolang de leerlingen Nederlands spreken met elkaar in de klas, leidt dat niet tot conflicten. Maar de leerlingen hebben vanuit hun cultuur niet altijd geleerd dat een ruzie ‘opgelost’ moet worden, dat is soms moeilijk; voor velen een proces met ups & downs. Toch zijn de leerlingen vaak blij om in OKAN te komen, omdat ze zien dat iedereen het hier wel ergens moeilijk mee heeft. Ze zijn vaak zo respectvol tegenover elkaar en tegenover de leerkrachten. Dat is iets wat ik in het regulier onderwijs miste.

In welk opzicht kan OKAN het verschil maken voor deze jongeren?

In OKAN leren jongeren niet alleen Nederlands, maar ze leren ook hoe het is om met verschillende achtergronden in België te leven. Voor velen gaat dat niet zonder slag of stoot, maar het is zo mooi om elk kind op zijn of haar manier te zien groeien. OKAN is een veilige haven, waarin ze naast de taal, ook Belgische waarden en normen leren zonder dat ze hun eigen identiteit verliezen. In OKAN krijgen de jongeren de tijd om te zoeken naar evenwicht.

Denk je dat er nog meer initiatieven nodig zijn om hen ‘thuis’ te doen voelen in onze stad?

Tienen is hierin al sterk gegroeid, denk ik. Toen ik pas begon met werken in OKAN had ik het gevoel dat ze al snel in openbare instellingen en winkels werden buiten gekeken. Dat lijkt nu veel minder het geval. Of misschien stelde ik me zelf toen ook nog kwetsbaarder op? Of leggen we ondertussen meer contacten en is onze OKAN-afdeling nu beter gekend in Tienen? Er zijn nu veel activiteiten en plaatsen waar we ons zeker welkom voelen. Zo bracht ik onlangs een bezoek aan het OverKophuis. Dat was echt een succes! Sommige activiteiten zijn misschien nog te duur. Een foodtruckfestival is hip en erg gezellig, maar daar kunnen we met onze anderstalige jongeren echt niet aan deelnemen. Het eten kost gewoon te veel.

In welke mate hebben de 6 jaren in de OKAN-klas invloed gehad op jouw eigen identiteit?

Ik ben als persoon inderdaad ook erg gegroeid. Ik kreeg nog meer interesse in de verschillende culturen, talen en in reizen. Ik ben behulpzamer, zorgzamer… Het liefst zou ik van dichtbij willen zien wat deze jongeren allemaal hebben meegemaakt, zodat ik hen nog beter kan helpen en nog meer inzicht krijg. In september ging ik in avondonderwijs Arabisch studeren. Daar leerde ik bijvoorbeeld heel goed inzien hoe moeilijk het is om een nieuwe taal te leren wanneer je een ander alfabet hebt. De juiste pagina vinden in mijn cursus met Hindi-cijfers? Help! Ook op dat vlak kan ik nu als leraar veel meer begrip en geduld tonen. Ik denk dat het belangrijk is dat je jezelf openstelt als leraar in OKAN en dat je ruim kan denken. Ik leerde anderzijds ook grenzen stellen. Soms ga je de kinderen zo graag zien dat je er alles voor zou doen. Je komt jezelf tegen en je gaat anders denken over mensen en de samenleving.

Hoe blik je terug op het toneelstuk van 8 juni?

De theatervoorstelling is elk schooljaar een hoogtepunt. Ik vind het een mooi project omdat het zo’n open manier is om Nederlands te leren. Ook dit schooljaar was het weer mooi om te zien hoe de leerlingen groeien en hoe fier ze op zichzelf zijn nadat ze hun stuk voor publiek gebracht hebben. Ze krijgen hier een enorme ‘boost’ van. En als leraar zie je weer waarvoor je het allemaal doet.

Tekst: Britt Sterckx & Silke Dumont
Foto’s: Silke Dumont
Eindredactie: Larisa Reniers