Vorige week stelden we jullie onze 10 experten voor die we verzamelden voor ons wonendebat. Deze week kan je lezen wat zij te vertellen hebben over de eerste vragen die wij hebben opgeworpen over de troeven, het potentieel en de uitdagingen van Tienen. Lees hier de – soms verrassende – reflecties na.
Vraag 1: Wat zijn voor jullie de grootste troeven van de Stad Tienen? (algemeen)
Patricia Booten: Dat zal unaniem de ligging zijn.
Christophe Ombelet: Als vastgoedmakelaar kan ik u vertellen dat het gaat om ligging, ligging en nog eens ligging. Tienen heeft een ideale ligging omwille van een vlotte woon-werkverbinding met de E40 in de nabijheid en een station waar je een trein kunt nemen naar vijf verschillende provincies. Werk je in Leuven kan je net de file vermijden, de file start pas vanaf Haasrode, dus wie in Leuven moet zijn heeft daar geen last van. Je hoeft ook nooit recht te staan in de trein naar Brussel, er is altijd nog plaats om te zitten, voor mensen die aan latere haltes opstappen is dat vaak niet meer zo.
Tom Raes: Er is een kern met een heel sterk buitengebied dat heel nabij gelegen is, ik denk dan aan de regio Hoegaarden en Jodoigne. In het centrum van Tienen vind je alle diensten en daarbij komt dus heel veel potentieel in het betaalbare ommeland, dat is aantrekkelijk voor jonge gezinnen.
Michel Dewolfs: Tienen valt nèt buiten de aantrekkingskring van Brussel, wat Tienen goedkoper maakt.
Dirk Masquillier: De schaalbreedte van Tienen is compact wat een enorme troef is voor zowel jong als oud. Je hebt alle noodzakelijke winkels, zoals een bakker, slager, supermarkt, apotheek, … in de buurt. Ook het maatschappelijk draagvlak vormt een kracht. Omdat de stad nog op een bescheiden schaal kan werken, kan je in Tienen nog een impact hebben op de stad.
Vincent Van Den Broecke: De doorwaadbaarheid van de stad is één van haar kerntroeven. De stad is erg compact en dat maakt het makkelijk voor ‘alternatieve mobiliteit’: te voet of met de fiets,…
Een compacte kern maar tevens een mooie historische kern.
Arnout Vandenbossche: Een compacte kern maar tevens een mooie historische kern. Deze kern heeft de tand des tijds goed doorstaan en is dus niet al te veel veranderd. Dat zorgt voor charme. Daarnaast zijn er veel scholen, ziekenhuizen en het station rond de stadskern en zijn er goede lijnen (naar Brussel,…). Die diensten mag je niet naar de buitenrand brengen. Mensen kunnen de stad en de mogelijkheden zelf goed overzien en dat zorgt voor het ontstaan van burgerinitiatieven.
Vraag 2: Waarin ligt het grootste potentieel van de stad? (algemeen)
Vincent Van Den Broecke: De jeugd en de vele initiatieven. Er is de wil om vooruit te gaan, gestuwd van onderuit. Er is veel aan het broeden.
Tom Raes: Ik schrok van de populatie, er ligt veel potentieel in de groeiende populatie, een grote instroom van jonge stedelijke gezinnen met veel ‘goesting’. Er is een, continue dynamiek/onderstroom, er komen langdurige initiatieven. Dat moet nu ook politiek worden aangeboord. Vroeger was dat anders, er was Suikerrock en dat was het.
Michel Dewolfs: Het negativisme moet worden gekeerd. De inwoners zijn erg kritisch: als je niets doet, is het niet goed en als je wel iets onderneemt, is het niet naar hun zin. Het beeld van de Tienenaar als moeilijke mens moet veranderen, de negativiteit dus wegnemen.
Tom Raes: Dat is ook een heel rare mentaliteit, mensen willen niet in Tienen gezien worden… Er is geen geloof in eigen stad. Mensen willen hier niet uitgaan en shoppen…
Dirk Masquillier: Het is ook wel moeilijk om na 22u in Tienen op café gezien te worden: vele cafés zijn dan al dicht…
Moderator: Tienen is een even leuke stad als Leuven, maar zonder herrie…
Arnout Vandenbossche: Ik vind dat vreemd om te horen. In Leuven is er amper herrie: er is weinig overlast, weinig criminaliteit,…. (nvdr. Arnout woont zelf in Leuven.) Alles is relatief aan de schaal van een stad en welke referentiepunten ze kiest. Gaat Tienen zich vergelijken met Leuven of Diest of…? Ik heb hier een mooie quote van Stephan Renier: “De stadskern van Tienen heeft een schaal waarop gedurfde maar noodzakelijke keuzes op een relatief eenvoudige manier te implementeren zijn.” Dus je hebt niet per se grote stadsprojecten nodig, met relatief kleine ingrepen kan je echt nog een groot verschil maken. Dat geldt zowel voor de inwoners als voor het beleid. Een klein initiatief kan een zeer groot effect hebben. Kleine ingrepen als een buurtcharter, een buurtbudget, kunnen een groot effect hebben, ook al is het op korte termijn: tijdelijkheid is even belangrijk.
“Je hebt in Tienen niet per se grote stadsprojecten nodig, met relatief kleine ingrepen kan je echt nog een groot verschil maken.”
Dirk Masquillier: Ook met leegstaande panden kunnen we een verschil maken… Welke tijdelijkheid kunnen we realiseren in deze panden? Dit geeft mogelijkheden voor burgerinitiatieven. Een paar weken geleden heeft ROBtv een reportage gemaakt op de markt rond de leegstand die in Tienen heerst. Ook wel de ‘kankerplekken’ in de stad genoemd. Men denkt dat de leegstand sinds enkele jaren een probleem is, maar uit historie blijkt dat er eigenlijk geen verschil is met 30 jaar geleden. Er dient dringend een beleid rond de leegstand te komen die ook een definitieve oplossing biedt op de lange termijn. Ik zie het als opportuniteit om de leegstaande panden een tijdelijke invulling te geven, zoals bijvoorbeeld de nieuwe pop-up trend, maar het kan ook breder getrokken worden.
Transcriptie: Evy Ceusters, Kim Rutten, Alain Van Den Broecke
Foto uitgelichte afbeelding: Philippe Andof
