“Zie je me nog graag?”

 

 

Het voelde de laatste jaren zo anders,
zo vlak, zo naast elkaar.
“Zie je mij nog graag?” vroeg ze hem.
“Ja hoor,” zei hij
waarop een haastig “natuurlijk” volgde,
alsof hij zichzelf moest overtuigen.
Zijn blik was hol, zijn stem klonk koud.

Zij was het soort gewoontedier
dat het al benauwd kreeg
van een ander merk koffie.
Deed alsof ze zijn blik niet zag,
de rilling over haar rug niet voelde.
Deed wat ze altijd deed.
“Ik zie jou ook nog graag.”

 

Pretje