Zonsonderganghuid

Aan de man met de tulband
Dek me toe met je zonsonderganghuid,
pantser me voor de nacht met je fluwelen schild
van mensenvacht en sproetenvlies,
want stervende zonnestralen luiden.
Ze galmt al in de verte, de nacht, die ons niet toebehoort,
rillend komt ze ons in draf tegemoet,
ademt ijs over onze dromen,

onze
dromen?

Verwarm me met je huid die werelddelen spreekt,
man met de tulband, jij die reist met zon in je bloed,
kolkt van kruidige verhalen, spint als een panter
in safieren bomen, vlak voor de duisternis in je
albasten amberhuid wegduikt. Je ogen
drinken het zwart van de hemel, tulbandman,
man van flinsterlichtjes, sterreneter,
jij die me bepleistert met glimlachen,
je granieten armen gesponnen in een
warm, dik net van zonsonderganghuid,
zomaar, pardoes, in een zonsondergangknuffel om me heen.

Auteur: Nele Sterkendries