Debat Deel 4: De klant is koning.

Op 4 mei verzamelde TienenTroef 10 experten voor een debat over handelen en ondernemen in Tienen. In het eerste stuk kon je de mening van de panelleden volgen over de troeven van Tienen, daarna of Tienen een stad is voor ‘funshoppers’ of ‘runshoppers’ en of de auto een plaats heeft in de stad. Vandaag wordt er gedebatteerd over wat nu de juiste manier is om klanten aan te trekken.

  • Bart DeBaut: Tienen heeft een slechte reputatie. Waarom vestigen ketens als Rituals of H&M zich niet in onze stad? Om er geen mooie winkelomgeving is voor kwaliteitsmerken.
  • Joseph Carlo Declercq: De grote merken willen zich niet altijd in Tienen vestigen, of willen niet aan mijn winkel leveren omdat er bvb. binnen bepaalde afstand ook een kebapwinkel is gevestigd. Kan een stad dit ook reglementeren?

Volk trekt volk aan.

  • Steven Janssens: We missen voornamelijk een enthousiaste markt, waar het gezellig is, met veel terrasjes. Volk trekt volk aan. De evenementen die er afgelopen jaar zijn georganiseerd op de markt bewijzen dat de mensen de markt weten te vinden.
  • Joseph Carlo Declercq: Maar daarvoor gaat de horeca te vlug toe, het is een vicieuze cirkel: de zaken sluiten omdat er geen volk meer is, en er komt geen volk meer omdat de zaken allemaal al gesloten zijn. Het is een kwestie van even op de tanden te bijten en toch door te zetten. Durven!

  • Wim Bergé: We moeten inderdaad de markt aantrekkelijk maken. Ik denk dat een marktcomité oprichten om samen dingen te doen een stap in de goede richting is. Zo kan je samen toffe evenementen organiseren die volk naar je horecazaak lokken. Het Z.O.E.T project (Zone voor Ontmoeting, Erfgoed en Toerisme) is toch ook wel een troef: een ontmoetingscentrum/handelscentrum/ onderwijscentrum… . Dat zorgt voor meer marktgebeuren, zaken kunnen zich hier aanhangen. Als iemand het initiatief neemt, kunnen anderen ook volgen. Misschien zijn sluitingsuren zelfs nodig (lacht).
  • Steven Janssens: Trekt onze stad wel voldoende investeerders van buitenaf? Mensen die willen investeren in onze stad, die het potentieel zien.
  • Marijn Koppert: Het is ook belangrijk een persoonlijke benadering na te streven. Ondernemers die netwerken, elkaar uitnodigen, met een persoonlijke touch. Dat kom ik niet vlug tegen in de jaren dat ik hier economisch actief ben. Zo’n goed contact is belangrijk.

Heel veel heeft te maken met fierheid.

  • Bart Debbaut: Heel veel heeft te maken met fierheid. Als ik nu kijk naar de sluitingsuren van de horeca, of naar de manier waarop men zijn winkel opent, of onderhoudswerken tijdens de openingsuren laat uitvoeren. Dat is toch een gebrek aan professionaliteit en respect, aan passie, aan ondernemingszin, aan fierheid? En dat is uiteindelijk toch de verantwoordelijkheid van elke handelaar.
  • Marc Onclinx: (pikt in) De bediening van de klant is ook allesbepalend. Er heerst precies de mentaliteit dat het normaal is een klant enkele weken te laten wachten op een standaardstuk. Ik zou ook elders kunnen winkelen en het stuk veel sneller kunnen vastkrijgen.
  • Steven Vanhoegaerden: Die mentaliteit heerst niet enkel hier, ik haal opnieuw het belang van de beleving van de klant aan tijdens het winkelen.
  • Joseph Carlo Declercq: De zaken die goed draaien, zijn meestal ook de familiezaken. Man en vrouw staan samen in de winkel en zijn afhankelijk van het inkomen dat gegenereerd wordt uit die winkel. Als mijn winkel niet goed draait, dan is er geen brood op tafel. Maar sommige mensen zien ondernemen als een tijdverdrijf. Als een winkel van mevrouw bv. niet goed draait, maar het inkomen van haar man wel binnenkomt, is dat nog steeds geen ramp. We willen onze klanten nog verwennen door de mensen bv. onder het winkelen een glaasje cava aan te bieden.

  • Steven Janssens: Volgens mij moeten we een totaalbeleving proberen te creëren door samen te werken met verschillende handelaars van eenzelfde winkelstraat of winkelgebied. Zo kan je bijvoorbeeld op de 1e zaterdag van de maand een glaasje cava aanbieden bij het bezoeken van de winkel. Als maar één iemand dit doet, benadeel je de andere handelaars en creëer je niet de totaalbeleving die mensen zoeken waardoor ze nog eens naar de stad komen om te shoppen. Zo kunnen bepaalde delen van de stad inzetten op luxe-artikelen en de service en de beleving van de klant. Maar er dient ook een aanbod te zijn voor mensen die enkel ‘goedkoop’ willen winkelen.
  • Luc Ardies: Als ik even mag terugkomen op het topic ‘de Grote Markt’. Ik ben zelf afkomstig van Mechelen, en mijn hart bloedt wanneer ik merk dat daar de Grote Markt enkel wordt gebruikt op zaterdag door de marktkramers. In Tienen kan men zich de vraag stellen hoe men verschillende units de kans kan geven hun ding te doen. Geen zwart-wit verhaal brengen, maar een flexibel aanbod: wanneer kan je er parkeren, wanneer stellen we ze open voor evenementen, …

 

Transcriptie: Evy Ceusters, Kim Rutten, Alain Van Den Broecke

Foto’s: Kobe Declerck, Britt Sterckx, Yana Vandeborne