Wat denken de genomineerden voor ‘Tienenaar van het jaar’ over hun Tienen van 2017 en 2018? (1)

Naar aanleiding van hun nominatie voor “Tienenaar van het Jaar” op het Gala van de Tiense Troeven, sprak TienenTroef af met Philippe Liesenborghs, Katrien Partyka en Frank Geurts. We stelden hen vragen over hun Tienen van 2017 en 2018, over hun hoogtepunten en dromen en waarom de andere twee ook verdienen om te winnen.

De plaats van het interview (Pand10) is strategisch gekozen, jullie hebben afgelopen jaar alle drie een speciale band gehad met deze buurt. Wat betekent deze omgeving concreet voor jullie?

Philippe: Tot een zestal maanden geleden betekende deze buurt weinig voor mij, ik bekeek het als een passage om naar of van het werk te gaan, net als vele anderen. Sinds Pand10 is mijn houding naar de buurt wel veranderd, het is een buurt in wording, met een heel eigen dynamiek, een buurt waar ik stilaan een hart voor krijg. Er is erg veel potentieel voor onze stationsbuurt.

Katrien: Deze buurt heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Het is het Romeinse hart van onze stad. Door de werken die de NMBS uitvoert, komt deze geschiedenis af en toe letterlijk naar de oppervlakte. Alle bouwputten moeten nog steeds archeologisch gescreend worden en zo botst men soms op ‘nieuwe’ stukjes geschiedenis. Wij zitten momenteel in het tweede oudste stationsgebouw van België. Het station is ook gebouwd op het hoogste punt van Tienen. Als ik me niet vergis, is er hier buiten een markering aangebracht met het exacte hoogtecijfer. Het is een buurt van kansen. Al dit mooie erfgoed krijgt een nieuwe invulling.

Philippe: Ik denk dat we zelfs in hét oudste stationsgebouw van België zitten, en het feit dat dit ook het hoogste punt is van Tienen, is tevens de reden dat hier heel wat vondsten uit de Romeinse tijd terug te vinden zijn. Een strategische keuze van hen.

Frank: Voor mij begon het allemaal twee jaar geleden, of toch tenminste hier in Tienen. Ik had ontslag genomen op mijn toenmalige job, maar wist nog niet wat ik wou gaan doen. Ik heb dan tien dagen in pyjama doorgebracht, op zoek naar een nieuwe uitdaging. Tienen is me al bekend sinds 1993, ik deed voor mijn job in de farmaceutische sector heel wat apothekers aan en verbaasde me toen al over de hoge concentratie aan apothekers (en dokters) in de stad. Tienen liet dus wel de indruk achter een oude en zieke bevolking te hebben, gebonden aan de oude industrieën van de stad, maar ik zag wel altijd ook het potentieel van de stad. Ik geloofde toen al in Tienen. Een stationsomgeving is altijd wat anoniem. Maar er komen heel veel mensen langs en mensen vertellen hun verhalen. Na wat marktonderzoek heb ik dan besloten foodtruck/koffiebar FOO te openen op het stationsplein. Er was commercieel niets te vinden, de frituur en de cafés hadden netjes de hoek aan de overkant verdeeld. Ik sta hier nu 19 maanden en ik merk dat in die tijd de omgeving heel langzaamaan evolueert naar een mooie buurt. Ik hoop dat er nog meer commerciële activiteit komt.

Wat was voor jullie het Tiense topmoment in 2017? We weten dat het er hoogstwaarschijnlijk heel wat zijn, maar kies er eentje uit.

Katrien: Er gebeurt zoveel op een jaar… .

Philippe: Hét moment van 2017 voor mij is de opening van Pand10. Het is het resultaat van het samenkomen van allerlei initiatieven, je zou het ‘onderstromen’ kunnen noemen, die al lang in Tienen actief zijn en hier hun plaats vinden. Toen het pand open ging, was dat met een gevoel van fierheid en veel emoties. Dat kwam doordat heel wat vrijwilligers zich met hart en ziel zich voor deze plek hebben ingezet met de fantastische steun van heel wat organisaties, ondernemers en de stad. Pand 10 laat zien dat samenwerken loont. Ik had hetzelfde gevoel toen de Reuzen tijdens Kweikersdag aankwamen op het stationsplein. Het gaat voor mij om het verbinden van de bewoners met hun stad. Betrokkenheid creëren door het opwekken van emotie.

Katrien: Pand10 was voor mij ook een overwinning op de (administratieve) elementen. Maar als ik er eentje moet kiezen…. ‘De langste eettafel’ vind ik een super initiatief, soms hoeft het niet meer te zijn dan mensen op die manier samen te brengen. Ook het ‘Overkophuis’ vind ik een prachtig initiatief, een manier om jongeren terug een toekomstperspectief te geven. En als we dan over jeugd spreken, zou ik toch ook graag onderlijnen dat we twaalf extra gesubsidieerde kinderopvangplaatsen hebben verkregen. En dat zijn niet gewoon 12 extra plaatsen. Het geeft een multiplicatoreffect, we helpen niet alleen die kinderen maar ook hun gezinnen. Die plaatsen geven kinderen de kans om goed in het leven te starten.

Frank: “Tienen is the next big thing.”

Frank: Het feit dat meer en meer mensen uiten dat er heel wat te doen is in Tienen, zegt al genoeg. Er is hier elke dag wel iets te doen. Neem nu bijvoorbeeld het HAP festival, koffie en eten brengt mensen samen. De ‘zuurheid’ is aan het omslaan in een actieve houding. We maken er allemaal samen deel van uit. Tienen is the next big thing. Investeren in immo in deze stad is duidelijk een goede zet. De zuurheid waar iedereen maar over spreekt, maar ik nooit heb geloofd, is effectief niet meer voelbaar.

Wij hebben het ook aan de hoeveelheid en verscheidenheid aan nominaties voor het Tiense event van het jaar gemerkt dat er echt wel veel te doen is in onze stad.  

Katrien: Veel mensen denken dat het inzetten op de stimulering en uitbouw van het evenementiële gemakkelijk is, ‘geef de mensen brood en spelen’. Maar een architect zei me ooit dat het evenementiële de voorloper is van structurele investeringen. Het evenementiële brengt het potentieel van een buurt naar de oppervlakte, om opgepikt te worden door structurele ontwikkeling.

Philippe: Dat is zeker het geval wanneer je ervoor zorgt dat die evenementen een terugkerend karakter krijgen. Zoals bijvoorbeeld ‘De langste eettafel’ die jaarlijks wordt georganiseerd.

Katrien: De omgeving van de Gete is ook niet toevallige gekozen als buurt om te investeren. Activiteiten zoals ‘De langste eettafel’ onderlijnen het potentieel van de buurt, er wordt met andere ogen gekeken naar de omgeving. Er wordt net daar nu ook geïnvesteerd in betaalbaar wonen, de Gasthuismolen wordt gerestaureerd… het ene beïnvloedt het andere.

Frank: Mensen worden fier op hun buurt dankzij die initiatieven.

Mochten jullie de toegang krijgen tot onbeperkte middelen, wat zouden jullie dan willen toevoegen/verwezenlijken in Tienen?

Katrien: We hebben al de beste inwoners en de leukste initiatieven. Als ik met een toverstaf in de lucht kon zwaaien en er zouden een paar tientallen miljoenen op tafel landen, dan zou ik dat investeren in het Tiense patrimonium in het algemeen. Een mooie verzorgde, toegankelijke stad met een duurzame inrichting, vind ik toch wel belangrijk.   Ik kan me soms nog verbazen over de wanorde die hier en daar toch heerst in het straatbeeld. Losse tegels op het voetpad, verouderde straatverlichting, dat zijn kleine dingen die toch frustratie opwekken. Een frisse, goed onderhouden stad, een mooi openbaar domein aanleggen, is belangrijk als katalysator voor andere initiatieven.

Philippe: “Mijn droom is dat er in de stad creatieve plekken bijkomen, waar kunstenaars en bewoners de handen in elkaar slaan.”

Philippe: Dat volg ik. Al moeten we ook kritisch naar onszelf durven kijken. Ik heb eerder al bewust het woord ‘onderstroom’ aangehaald. Er blijft veel onder de radar hangen of heeft nog te weinig impact op het dagdagelijkse leven. De publieke ruimte in het centrum is op weekavonden veelal doods en nodigt niet altijd uit tot ontmoeting. Het zou mooi zijn mochten we het straatbeeld wat levendiger en uitnodigender kunnen maken. Dat kan je realiseren in een co-creatie tussen burger en stad. Ik kijk naar een voorbeeld in Gent: ‘De Leefstraat’, waarbij een wijk mogelijkheden krijgt om een tijdelijke inrichting te creëren. In een aantal wijken werken buurtbewoners zelfs samen met een architect en de stad een definitief ontwerp uit.  Dat creëert draagvlak, betrokkenheid en samenwerking in de wijk. Mijn droom is dat er her en der in de stad grote creatieve plekken bijkomen, waar bijvoorbeeld kunstenaars en bewoners de handen in elkaar slaan. Ons eigen Pand10 kan hier nu sowieso zitten tot de zomer van 2019, misschien zelfs langer,… de vordering van de werken aan het station geven ons goede hoop. Ook andere sites zouden zo uitgebouwd kunnen worden, zoals de Collegesite.

Katrien: Een grote troef van Tienen is dat er nog veel ruimte is in de stad.

Frank: Ik zou graag een permanente overkapping op het Stationsplein verwezenlijkt zien. Zo kunnen misschien complementaire foodtrucks aangetrokken worden. Nu moet mijn foodtruck steeds verplaatst te worden en is er weinig infrastructuur aanwezig. Dat maakt deze job fysiek ook best hard. Het is in feite niet de bedoeling mobiel te zijn, ik wil graag op het Stationsplein blijven staan. Daarnaast zie je aan de zijkant van mijn foodtruck ook een foto ophangen van een straatband in Parijs, het zou mooi zijn om de pendelaars en reizigers te begroeten met straat- of pleinconcertjes. Mensen die deze stad bezoeken, komen als eerste in aanraking met deze buurt. Het is de deur van onze stad, met het vernieuwde stationsplein en de nieuw aangelegde Vierde Lansierslaan. Het lijkt mij een leuk idee om de mensen op deze manier welkom te heten. Wie de muziek mooi vindt, blijft even staan, wie het niet zo apprecieert kan gewoon doorlopen. Ik droom er gewoon van om mensen samen te brengen, zonder onderscheid, van de hele maatschappelijke ladder en mijn foodtruck helpt daar wel aan mee. Er zijn zelfs al romances ontstaan voor mijn foodtruck! Mensen die hun hele levensverhaal vertellen. Om de vijf minuten verandert de scène hier ook, iets wat je minder hebt in een  café.

Lees hun verdere dromen voor Tienen in het volgende deel, binnenkort op de blog!

 

Moderator: Jan Schevenels

Transcriptie: Kim Rutten & Alain Van Den Broecke

Fotografe: Katrien Deleus